- Wie denk je dat je bent?
- Justus Kramer Schippers
- Uitgeverij Samsara
- ISBN 978 94 92995 24 7
- Boekbespreking door Han van den Boogaard
De vraag die vaak centraal staat binnen de non-dualiteit heeft de auteur ook in dit boek centraal gesteld. En hoewel er geen concreet antwoord op die vraag te geven valt, heeft hij haar desondanks uitgewerkt in 37 korte hoofdstukken, die ieder binnen hun eigen thema een antwoord proberen te geven. Welke van die hoofdstukken een toevoeging zijn aan de eerdere, minder uitgebreide versie van dit boek, dat oorspronkelijk Leven vanuit neutraliteit heette, wordt jammer genoeg niet duidelijk, noch wat de reden voor het schrijven van deze nieuwe versie is geweest.
Na een korte uiteenzetting over wat er met de term advaita vedanta bedoeld wordt, stelt de auteur gelijk maar de kwestie van de zin van het leven aan de orde. In een fijnzinnige analyse maakt hij de lezer duidelijk dat de fictie van het vooruitgangsdenken ieder helder zicht op de werkelijke zin van het leven in de weg zit. Want het boeken van vooruitgang en het verbeteren van de wereld leiden hoogstens tot tijdelijke zingeving en in ieder geval op de lange termijn nooit tot een werkelijke oplossing van onze problemen. Hij licht dit toe aan de hand van een zeer actueel probleem, waarin hij laat zien dat, sinds we het gebruik van tropisch hardhout tegengaan om de regenwouden te beschermen, de exporterende landen een teruggang ondervinden in hun inkomsten. Om dat te compenseren trekken zij industriële activiteiten aan. En om daarvoor ruimte te scheppen worden tropische wouden gekapt!
In de daaropvolgende hoofdstukken stelt Schippers onderling verbonden thema’s aan de orde, zoals de relatie tussen emoties en geweld, de mythe van verlichting, de onbestendigheid van geluk, liefde en relaties, en schuldgevoel en vergeving. Door al die essays heen loopt de rode draad die hun onderlinge verband illustreert en de zin van het leven in een wijder perspectief zet dat de kern van advaita raakt: acceptatie van wat is en daaraan gekoppeld onpersoonlijk leven, dat wil zeggen spontaan leven vanuit een onpersoonlijk (lees: egoloos) standpunt.
Acceptatie van wat is kan alleen plaatsvinden als je weet wie of wat je werkelijk bent. Daarom vormt het titelhoofdstuk de kern van het boek. Daarin stelt Schippers vast “dat als het waarnemen afhankelijk is en geïnitieerd is door Bewustzijn, we feitelijk Bewustzijn zijn.” Maar dat Bewustzijn kan nooit gekend worden, zoals het oog zichzelf niet kan zien en een vis zich niet bewust kan zijn van het water waarin hij zwemt. Maar als je er toch naar op zoek gaat, kun je er op een dag achter komen dat wat je zocht (je ware aard) er nooit niet was, waarmee de zoektocht eindigt en je de vrijheid ontdekt om spontaan te leven vanuit een onpersoonlijk standpunt.
De voorbeelden die de auteur geeft om zijn verhaal met de werkelijkheid van alledag te verbinden zijn altijd goed gekozen en verhelderend. Voor iemand die nog niet uitgebreid is ingevoerd in de materie van de non-dualiteit, en die bovendien houdt van een rationele benadering, is dit boek een uitstekende introductie. Jammer is wel dat de auteur hier en daar wel erg voorzichtig formuleert (“we hebben geen of bijzonder weinig controle over ons leven”, “over nature noch nurture hebben we veel zeggenschap”), alsof hij de lezer wil beschermen tegen de radicale betekenis van advaita vedanta. In Wie denk je dat je bent? is die radicale betekenis in rationele redeneringen verwoord die de lezer nergens voor het hoofd stoten, en misschien is dat wel precies waar de beginnende zoeker naar op zoek is.
Han van den Boogaard