Rani Willems – Verschenen in InZicht nr 2. 2019 – Leestijd is ca. 8 minuten
Ik begon nu pas te begrijpen wat het spirituele pad werkelijk inhoudt. In plaats van een mens te zijn op een spirituele reis werd ik een spirit op een menselijke reis. Het werd een ‘journey into humanness’. Osho zei eens: “Man’s desire is to jump out of the world, and God’s desire is to plunge into the world. Man’s desire is to be God, and God’s desire is to be man.”
Zo’n 25 jaar geleden werd de westerse spirituele wereld overspoeld door de grote Advaita golf. Nondualiteit werd het nieuwe streven. Satsangs sprongen op van elke straathoek en velen konden opeens vrij moeiteloos de eenheid ervaren.
Het was zo’n opluchting om plotseling bevrijd te zijn van het duale deel van het leven, waarin de pijn, ellende en alle moeilijkheden lagen. Zelf was ik een van die Satsang leraren, en geheel in de ban van mijn nieuwe ontwaken. Maar na enige jaren van onthechte ‘bliss’ begon ik me het een en ander af te vragen, zoals bijvoorbeeld waar mijn menselijkheid gebleven was? Waar was mijn liefde gebleven? Mijn hart was wel vreedzaam en leeg, maar het miste de warmte die ik zag bij mijn goeroe Amma. Was zij niet geheel en al geworteld in eenheid en tegelijkertijd ook helemaal menselijk? Een nieuwe zoektocht diende zich aan.
Later zorgde een grondige crash ervoor dat ik weer helemaal teruggeworpen werd in de wereld van dualiteit en pijn. Wat was er fout gegaan? Er leek werk aan de winkel.
Weliswaar had ik toegang gevonden tot het absolute maar ik kon het niet belichamen; ik kon het niet in de regionen van dualiteit en materie brengen. Kennelijk was er meer voor nodig. Met behulp van mijn nieuwe leraar Faisal Muqqadam leerde ik langzaam om echt mens te worden. Ik begreep dat we de dualiteit met al zijn pijn niet kunnen overslaan als we de echte (goddelijke) menselijkheid zoeken.
Afdalen
Door onze conditionering zijn onze geest, psyche en lichaam zo verdraaid en geblokkeerd geraakt dat de hoge frequentie van het absolute er niet in landen kan. Er is eerst meer ruimte en expansie nodig en de cellen moeten leren die hogere frequentie te dragen. Een nieuw, langzaam, en vaak pijnlijk pad opende zich voor me; dat van cellulaire transformatie. Ik begon nu pas te begrijpen wat het spirituele pad werkelijk inhoudt. In plaats van een mens te zijn op een spirituele reis werd ik een spirit op een menselijke reis. Het werd een ‘journey into humanness’. Osho zei eens: “Man’s desire is to jump out of the world, and God’s desire is to plunge into the world. Man’s desire is to be God, and God’s desire is to be man.”
In ons werk (Diamond Logos) spreken we over de opstijgende en de afdalende reis. Doorgaans wordt spiritualiteit als een opstijgende reis gezien en ervaren. We willen omhoog naar het licht. Nemen we de snelle weg van transcendentie dan ontstijgen we de dualiteit en gaan direct naar de eenheid, en we bereiken bevrijding.
Gaan we de langzame weg van transformatie dan is het van groot belang dat we weer in contact komen de essentiële kwaliteiten van de ziel, zoals liefde, kracht, moed, compassie, etc. Deze zijn niet esoterisch; het zijn kwaliteiten die op fijnstoffelijk niveau heel duidelijk in het lichaam ervaren worden (bijvoorbeeld als massa, vloeibaarheid of licht).
Ik leerde dat de weg terug naar de Essentie op zich eenvoudig en simpel is, maar dat het in de realiteit complex is omdat wij zo ingewikkeld geworden zijn. Al onze emoties zijn verdraaiingen van de essentie. Kwaadheid ontstaat bijvoorbeeld wanneer toegang de rode essentie van kracht onderdrukt is. De essentie vind dan een weg naar buiten maar op een verdraaide manier. Volgen we de kwaadheid helemaal naar binnen dan komen we uiteindelijk weer terug bij de essentie zelf. Zo komen we langzaam in een steeds hogere frequentie en als het absolute zich dan aandient zijn zowel lichaam als geest dusdanig voorbereid dat ze de energie ook dragen kunnen.
“Wij zijn God, de schepper in een menselijke vorm”
En dan begint het eigenlijk pas goed. Dan begint de afdalende reis; de reis terug in de menselijkheid. We dalen af, we integreren, we omarmen de dualiteit en beginnen ons te realiseren dat wij God zijn, de schepper in een menselijke vorm. Het ligt aan ons wat we in deze wereld brengen, niet alleen met onze daden maar ook met onze woorden en gedachten. Het absolute heeft de ziel, God, nodig. Je zou ook kunnen zeggen, God heeft de menselijke God nodig.
Lofzang voor de dualiteit
Maar laten we niet op de zaken vooruit lopen. Laten we eerst eens kijken wat er nou zo bijzonder is aan die dualiteit. Dualiteit zonder eenheidsbesef is een interessant gegeven waarin de mens behoorlijk verdwalen kan. Zonder de bron van alle leven te kennen en te voelen stromen in jezelf en als jezelf, ziet de duale wereld eruit als de enige vervulling van al je dromen en kun je niet anders dan het geluk buiten jezelf zoeken. We hebben als mens een vrije wil en dat betekent dat alles geoorloofd is waardoor we in onwetendheid zelf ons eigen graf delven, telkens weer. Vele levens zijn we er aan kwijt.
Bewandelen we echter het pad van transformatie, dan staan we opeens heel anders in de dualiteit. We beginnen het te ervaren als een wonder, als een groot geluk dat we uit dualiteit bestaan en dat we de gelukzaligheid kunnen ervaren van wie we werkelijk zijn.
We zijn blij dat onze ogen geopend zijn zodat we de pracht van de natuur kunnen genieten in al haar facetten. We beginnen te beseffen wat voor een geschenk het is om in een lichaam te mogen leven, en dankbaarheid begint een grote plaats in ons leven in te nemen. We zijn dankbaar voor het hele spectrum van de schepping, het zogenaamde goede en het kwade, en we zien dat alles Go(e)d is. En we weten en ervaren dat alhoewel we genieten van de wereld om ons heen, er niets kostbaarder en meer vervullend is dan de realisatie van wie we zijn op alle niveaus.
Waarom dan terug in die dualiteit? In de eerste plaats omdat we in een menselijk lichaam en in een duale realiteit leven waar we kennelijk iets te doen hebben anders waren we niet hier. Maar wie zijn ‘we’ dan eigenlijk? We zijn niet alleen het absolute. Het absolute is onze bron, ons thuis. We zijn een licht, een ziel: onlosmakelijk één met God en alles, en toch zo individueel. Ieder licht een unieke uitdrukking van het goddelijke.
De God Mens
Nu zijn we pas echt klaar voor de reis. We realiseren ons dat we hier zijn voor een evolutionair proces, zowel van de eigen ziel als van de gehele mensheid en aarde.
Op een dieper niveau realiseren we ons dat wij de schepper, God zelf, zijn. We zien dat het absolute op zich niets doet. Het is een stil elektromagnetisch veld dat alleen beweegt als het de input krijgt van een woord of een gedachte. Als we iets denken of zeggen komt het hele veld in beweging. Simpel gezegd: als ik iets moois denk of zeg ontstaat er iets moois en omgekeerd. Het is nu aan ons in wat voor een wereld we leven. Misschien klinkt dit arrogant maar in feite kunnen we alleen in nederigheid deze plaats bereiken.
Het brengt verantwoording met zich mee. Hier is geen plaats meer om slachtoffer te zijn.
Ik als lichtwezen ben de schepper van mijn leven. Ik ben verantwoordelijk voor wat ik zeg en denk en doe.
Maar het opent ook een veld van creativiteit. Wat kan ik bijdragen aan deze maatschappij? Wat kan ik bijdragen aan de evolutie van de mensheid? Wat voor moois kan ik creëren in mijn tuin, of op mijn canvas of waar dan ook. Hoe kan ik deze wereld mooier achter laten dan ik hem gevonden heb?
Het mysterie
Van waaruit ik nu sta en kijk zie ik dat wij zelfs met de realisatie van al deze wijsheid en rijkdom nog maar in de kinderschoenen staan van onze menselijke evolutie. Ik zie Mata Amritanandamayi, mijn goeroe, in haar ongelooflijke capaciteit om altijd te weten wat ieder van haar devoties doet en denkt op elk moment, en hoe ze een helpende hand uitsteekt naar miljoenen en daar daadwerkelijk iets voor doen kan. Ik zie in haar en andere Grote Zielen eindelijk een waarachtige mens. De mens zoals hij bedoeld is, de vlees geworden God. Zij laten me mijn potentieel en dus mijn voorland zien, ook al zal het nog wel enige levens duren voordat ik dat kan realiseren.
Vroeger wilde ik maar één ding. Het doel van mijn spirituele reis was om snel verlicht te worden en voor altijd dit aardse bestaan te verlaten. Nu verheug ik me in deze reis die alsmaar verder gaat en ben ik blij deel te zijn van dit grote experiment. Ik ben er helemaal open voor om hier weer terug te komen en er mede voor de zorgen dat dit experiment ‘God-mens’ tot zijn bekroning komt zodat iedereen ervaren kan dat het koninkrijk Gods hier en nu op aarde is.
Rani Willems
Rani Willems werd in 1951 in Nederland geboren. Ze volgde verschillende loopbanen als o.a. verpleegkundige, biologische Winkelierster, Yoga en Shiatsu lerares en therapeut voordat ze als spirituele lerares begon te werken. Ze bracht veel tijd door eerst aan de voeten van Osho en later van Amma, haar goeroes in India. Sinds vele jaren is haar leven gewijd aan het transformeren en ontwaken van de mens door middel van haar werk als Senior Diamond Logos Lerares. Dit pad beoogt een integratie van oost en west. Meer info op www.rani-willems.org