Van doen naar zijn
- Linda Rood
- Uitgeverij Samsara
- ISBN 978 94 92995964
- Boekbespreking door Jan van Delden
L inda Rood slaagt erin om ‘direct terug van nooit weggeweest te zijn’ letterlijk te nemen en te beschrijven. Ze besteedt nul aandacht aan hoe en waarom we weg zouden zijn geweest en gaat recht op haar doel af: “Daar gaan al je ideeën over verlichting, je kunt ze bijna horen breken.” De shift van doen naar zijn die ze beschrijft, lijkt één-voudig en is dat ook, al zal je denken het daar niet mee eens zijn. Op een directe manier wijst ze naar het ervaren van de onvoorstelbare, verstilde is-heid.
Zelfonderzoek, zo waarschuwt ze, is geen ego-methode om jezelf te verbeteren. Je bent er al, de vraag is vooral of je dat ten volle beseft. Het is juist rusten in zijn dat overtuigingen en innerlijke blokkades naar het licht in ons brengt. Tegenstrijdigheden ontstaan zodra je als mens waarde hecht aan het ene perspectief boven het andere. En op het moment dat je geloof hecht aan verhalen daarover voeg je een extra dimensie toe aan is-heid, namelijk pijn, dualistrijd en lijden. Keer steeds terug naar het kijken zelf en laat gedachten komen en gaan zonder ze vast te haken aan de beelden die je ziet. Zo schouwend zie je de subtiele veranderingen zoals de bewegende blaadjes van bijvoorbeeld de populieren, wat ikzelf ‘breed kijken’ noem. Zie hoe fris het is om rechtstreeks te kijken en neem er al ervarende notie van. Schouw verstild met de ogen open of dicht naar wat onveranderlijk in ons is zonder er woorden aan te geven.
Door de shift te maken van doen naar zijn, wat ik ‘sneller schieten’ noem, oefen je met geluk uit jezelf halen (het suizen) in plaats van uit de negen gaten van het lichaam. Je ervaart dan het geluk dat we werkelijk zijn in plaats van de pijn die het doet om te geloven een persoon te zijn die van alles moet doen. Deze stille onmetelijkheid van de zichzelf kennende is-heid draagt waarnemingen, gevoelens, emoties en laat alles moeiteloos weer los.
Laat dit boekje tot je te komen, waar we terugvinden wat we al eeuwig waren, terwijl je jezelf verdroomt een mensje te zijn in een wereld vol andere lichamen.
Jan van Delden