Shristi-dristi vada, dristi-shristi-vada en ajata vada
drie theorieën met betrekking tot realiteit
– Ramana Maharshi
I n de klassieke advaita vedanta (non-dualiteit) onderscheiden we de drie belangrijkste theorieën of standpunten met betrekking tot realiteit, die we aanduiden als shristi-dristi vada, dristi-shristi vada en als laatste ajata vada. Hoewel deze Sanskriet woorden complex lijken, is het idee erg eenvoudig. Sri Ramana Maharshi legt hieronder uit wat ermee bedoeld wordt.
Het helpt wellicht op te merken dat ‘vada’ staat voor theorie of standpunt. ‘Shristi’ betekent de ‘wereld’ of ‘schepping’ en ‘dristy’ betekent letterlijk ‘zicht,’ maar refereert binnen deze context aan ‘bewustzijn,’ en ‘jata’ is ‘geboorte.’ Door er de letter ‘a’ voor te plaatsen wordt de betekenis tenietgedaan waardoor ‘ajata’ de betekenis van ‘ongeboren’ krijgt.
Bijgevolg is shristi-dristi vada het standpunt dat de wereld reeds bestaat en dat die daarna het bewustzijn laat ontstaan. Dristi-shristi vada betekent dat het primaat ligt bij het bewustzijn, dat de schijnbare wereld tevoorschijn tovert. Ten slotte is er ajata vada, dat uitgaat van de idee dat er in het geheel geen schepping bestaat. Alleen het Absolute is.
Om dat nader te belichten volgt hier een fragment uit het boek ‘Day by Day, met Bhagavan’ van 15 maart 1946. [i] (Tom Das, 12 september 2019)
Ik geef niet enkel onderricht in de ajata-doctrine. Ik keur alle scholen goed. Dezelfde waarheid moet op verschillende wijzen uitgedrukt worden, aangepast aan het verschil in aanleg van de toehoorder. De ajata doctrine stelt: ‘Niets bestaat behalve de ene realiteit. Er is geboorte noch dood, een wereld als voorstelling noch een oplossen van die voorstelling. Er is geen mukta (zoeker), geen mumukshu (wie bevrijding zoekt), geen mukta (bevrijd persoon), geen gebondenheid, geen bevrijding. Die ene eenheid is het enige wat er tijdloos is.’
Voor wie het moeilijk vindt deze waarheid te bevatten en vragen: “Hoe kunnen we deze solide wereld die we om ons heen zien ontkennen?”
wordt gewezen op de droomervaring. Hun wordt verteld: “Alles wat je ziet hangt af van wie ziet. Zonder iemand die ziet wordt er niets gezien.”
Dit is de dristi-shristi vada-doctrine of het principe dat iemand eerst iets vanuit zijn mind schept en daarna aanschouwt wat zijn mind zelf heeft geschapen.
Voor wie dit niet te begrijpen valt en ertegen inbrengt dat ‘de droomervaring zo kort is, terwijl de wereld altijd bestaat. De droomervaring was voor mij beperkt. Maar de wereld wordt niet alleen door mij gevoeld en gezien, maar ook door zovelen. We kunnen zo’n wereld toch niet als niet-bestaand aanmerken,’ wordt shristi-drishti vada als tegenargument gebruikt. Hun wordt verteld: ‘God schiep eerst iets, uit dat iets schiep hij een element, en uit het element schiep hij weer iets anders en zo verder.’ Alleen dit argument is voor deze mensen bevredigend. Anders is hun mind niet bevredigd en vragen ze zichzelf af: ‘Hoe kan het dat alle geografie, alle landkaarten, alle wetenschappen, sterren, planeten en de wetten waaraan ze onderhevig zijn en alle kennis volkomen onwaar zijn’? Het beste is hun te vertellen: ‘Ja. God schiep dit alles en dus zie je het zo.’
Dr. M sprak: ‘Maar niet al deze doctrines kunnen waar zijn, er kan er maar één waar zijn.’
Bhagavan zei: ‘Alle drie zijn er alleen maar om overeen te stemmen met het verschil in aanleg van de leerling. Het Absolute kan alleen één zijn.’
[i] Uitgegeven in Sri Ramanasraman, Tirunannamalai, ISBN 81-880118-82-1. Dagboek van A. Devarala Mudaliar.