Jan Kersschot – Verschenen in InZicht nr 2. 2019 – Leestijd is ca. 8 minuten
Wanneer twee mensen samen zijn in een sfeer van openheid en kinderlijke verwondering, en er bovendien een vuur is om dit te ‘delen’, kan er resonantie ontstaan. Deze term verwijst naar een verschijnsel uit de fysica, waarbij een trillend voorwerp een ander voorwerp in trilling kan brengen.
Vaak vertellen spirituele zoekers dat er in hun leven iets fundamenteels ontbreekt. Ze voelen intuïtief aan dat het dagdagelijkse leven in de moderne maatschappij wel tot zingeving en tijdelijke bevrediging kan leiden op persoonlijk, relationeel, sociaal of maatschappelijk vlak, maar dat er ergens diep van binnen toch nog iets knaagt. Het gaat dikwijls om een subtiele behoefte die ze moeilijk kunnen verwoorden.
Er is misschien ergens het gevoel van een tekort, een innerlijke leegte die niet gevuld kan worden door een nieuwe job, een nieuw paar schoenen, een nieuwe fiets, een nieuw sociaal project, de volgende partner of de volgende therapeut. Soms gaan mensen op zoek naar een diepere betekenis in hun leven naar aanleiding van een ernstige ziekte of het plots overlijden van een geliefde. Soms is er vooral nood aan een diepe verbondenheid met de ander(en), iets wat steeds moeilijker schijnt te worden in deze soms koele maatschappij waar alles leuk, digitaal en efficiënt moet zijn.
Eenheidservaring
Maar het is niet altijd naar aanleiding van een tekort of een tegenslag dat mensen op zoek gaan naar verbondenheid, diepgang of zingeving. De spirituele zoektocht wordt soms ingeleid door een aangenaam moment. Het gaat dan dikwijls over een ‘ervaring’ die een opening biedt tot een ruimte die voorbij het dagdagelijkse leven schijnt te wijzen. Als kind hebben we waarschijnlijk allemaal wel ooit momenten gehad waarbij we oplosten in de omgeving en ons voelden als een wolk van egoloosheid en onvoorwaardelijke liefde. En het is net zo’n bijzondere ervaring die sommigen eraan herinnert dat er een andere mogelijkheid is om in het leven te staan.
Sommigen herinneren zich nog steeds die momenten waarbij ze als kind of als jonge volwassene totaal opgenomen werden in een tijdloze ruimtelijkheid. Meestal voelt zo’n moment aan als vredig, zuiver en gelukzalig. Ze hebben ergens de bron van onvoorwaardelijke liefde geproefd, en ze vermoeden dat deze ervaring hen wijst naar iets dat dichter bij henzelf staat dan hun eigen persoon. Omdat deze ruimtelijkheid zo authentiek en vertrouwd aanvoelt, komen ze inderdaad tot het besef dat ‘dit’ hun ware natuur moet zijn. Deze bron van vrede en stilte wordt trouwens op dat moment niet door hen gecreëerd maar ze beseffen dat deze bron altijd al ten volle aanwezig was – en is. Het werd enkel niet eerder als dusdanig herkend omdat hun conditioneringen (schijnbaar) in de weg stonden. Alsof de jaloezieën voor ons raam tijdens zo’n moment onverwacht openen en het licht komt vanzelf binnen. En dan merken ze op dat het licht niet alleen van buiten komt, maar ook van binnen. De grens tussen binnen en buiten lost mee op. En de persoon is nergens te bespeuren.
Sinds die bijzondere ‘gebeurtenis’ wéten ze gewoon dat al die verhalen over eenheidservaringen geen sprookjes zijn, maar dat ze écht bestaan. Dit gevoel staat soms in fel contrast met hoe ze zich doorgaans voelen in het dagelijks leven, met allerhande teleurstellingen, emotionele pijn, hoge verwachtingen, frustraties, ruzies, lichamelijke ongemakken en kortstondige momenten van oppervlakkige bevrediging. Het verschil met de eenheidservaring is soms heel groot. Diep van binnen beseffen ze nu dat ze als volwassenen zodanig geprogrammeerd en geconditioneerd zijn dat ze het contact met deze magische ruimtelijkheid totaal verloren zijn. Of zo lijkt het toch. Ze krijgen maar af en toe eens een glimp van hoe het moet zijn om als persoon opgelost te zijn in het éne dat ondeelbaar, vormloos en tijdloos is. En dan gaan ze op zoek naar manieren om ‘het’ terug te vinden. Velen willen dan het onpersoonlijke opnieuw beleven .. als persoon. En dan komen ze (schijnbaar) terug vast te zitten. Daar komen we nog op terug.
Wat zijn nu de meest gangbare situaties waarbij een gevoel van ‘opgelost zijn in het groter geheel’ kan ontluiken? Vaak ontstaan zulke ‘ervaringen’ onverwacht, bij voorbeeld wanneer mensen zich in de volle natuur bevinden, of wanneer ze zichzelf vergeten terwijl ze naar de sterren of de wolken kijken. Het kan tijdens beoefenen van zazen, yoga, meditatie of tai Chi. Bij anderen werd ‘het’ pas duidelijk tijdens een experiment van Douglas Harding, al staande voor een spiegel in de badkamer (zie ook “Eén Zijn”, hoofdstuk 4).
Dans voor twee
Maar het hoeft geen solo activiteit te zijn. Je kan deze dans niet alleen op je eentje dansen, maar ook met twee. Heel veel tradities beschrijven hoe het contact tussen twee mensen een ‘transmissie’ kan veroorzaken van inzicht of gelukzaligheid. Dit kan bij voorbeeld via oogcontact, een lichte aanraking op het voorhoofd, een klank, een omhelzing, een symbool of een woord. Ook tijdens satsang zijn er regelmatig zo’n momenten van overdracht van ‘alerte afwezigheid’.
Wat gebeurt er dan in feite op zo’n moment? Wanneer twee mensen samen zijn in een sfeer van openheid en kinderlijke verwondering, en er bovendien een vuur is om dit te ‘delen’, kan er resonantie ontstaan. De term resonantie wijst naar een verschijnsel uit de fysica, waarbij een trillend voorwerp een ander voorwerp in trilling kan brengen. Het experiment gaat als volgt. Wanneer je twee identieke stemvorken hebt, breng je eerst de eerste stemvork in trilling. Dan zal de aangeslagen stemvork automatisch de tweede doen meetrillen – zonder dat je die tweede stemvork manueel moet aanslaan. Er is dus een soort overdracht van energie, via een golfpatroon dat zich door de lucht tussen de twee stemvorken verplaatst. De tweede stemvork neemt moeiteloos de trilling over van de eerste stemvork, op voorwaarde dat ze op dezelfde frequentie zitten. Op YouTube* vind je filmpjes waarbij je kan zien dat de tweede stemvork blijft verder trillen, ook nadat de eerste stemvork is stil gelegd met de hand van de onderzoeker. Maar als je de tweede stemvork met een klemmetje verkort, dan werkt de overdracht niet meer. De twee stemvorken moeten dus wel degelijk op dezelfde frequentie ingesteld staan.
Zou er bij resonantie tussen twee mensen misschien een gelijkaardig fenomeen plaats vinden? Wanneer beiden als het ware afgesteld staan op dezelfde ‘frequentie’, kan er een overdracht ontstaan waarbij beiden simultaan dezelfde energie ‘voelen’. De dansers kunnen deze dans niet sturen, zij worden gestuurd door de ‘muziek’ van het onpersoonlijk zijn. Soms voelen ze dan beiden gelijktijdig de trilling van diepe stilte en onvoorwaardelijke liefde. Dit klinkt allemaal nogal vaag, onwetenschappelijk en poëtisch, maar woorden schieten hier nu eenmaal tekort. Het verstand heeft hier absoluut geen vat op. De muziek die deze dans inleidt of stuurt is als het ware onhoorbaar en toch doordringt ze alles.
Wanneer de identificatie met de ego’s op de achtergrond staat, wanneer beide dansers niet afgeleid zijn door triviale dingen, wanneer de stemmen in hun hoofd stil blijven, kan de dans uit het niets ontstaan. En dan kan die resonantie via beide dansers voelbaar worden. Maar deze dans streeft geen doel na. Ze dansen niet van de éne hoek van de kamer om zo snel mogelijk de andere hoek te bereiken. Elke stap van de dans is evenwaardig. Het gaat in deze vergelijking niet om de dans maar om de bewuste ruimte waarin de dans verschijnt. Het gaat niet meer om de individuele dansers, noch om hun persoonlijke ervaringen, maar om het éne Zijn dat zich op een subtiele manier kenbaar maakt in deze onzichtbare dans. Het éne herkent zichzelf – als zichzelf – in het diverse.
Het addertje
Toch is er een addertje in het gras. Het ego heeft de neiging om de ‘ervaring’ achteraf voor zichzelf op te eisen. Zo is het brein van de persoon nu eenmaal geconditioneerd. De persoon heeft genoten van deze dans en wil ‘het’ zo veel mogelijk opnieuw ervaren .. als persoon. Wanneer de dansers opnieuw op zoek gaan naar dat magische veld van vrede, onvoorwaardelijke liefde en gelukzaligheid, merken ze al snel dat ‘het’ vormloos en dus ongrijpbaar is. De resonantie komt meestal onaangekondigd, en verdwijnt meestal ook weer ongevraagd. En hoe hoger de piek die ze hebben ervaren, hoe lager dat ze soms lijken terug te vallen.
Wanneer de dansers zich (schijnbaar) terug met het ego identificeren, vinden ze dat-wat-is niet goed genoeg meer en gaan op zoek naar de volgende piek ervaring. Zoals een junkie die hunkert naar de volgende roes. Dan gaan ze soms op zoek naar exotische technieken om ‘het’ opnieuw te voelen. Terwijl het net de afwezigheid van identificatie met de persoon de dans mogelijk maakt. Deze ‘ervaring’ verwees in feite enkel naar de ruimtelijkheid die onpersoonlijk en tijdloos is, en die door geen enkele zoeker rechtstreeks kan gevoeld of gezien worden.
Jan Kersschot
Jan Kersschot is een Belgische arts die regelmatig dialogen voert over non-dualiteit. Er zijn verschillende boeken over non-dualiteit in het Nederlands verschenen: Eén Zijn, Het is zoals het is, Minder ego meer vrede. Het nieuwste boek, Golf en oceaan, verschijnt in het voorjaar van 2019.