Onderscheid, verschil en strikt zijn
Kalyani Lawry
G een enkel pad of benadering, of het nu traditionele advaita vedanta is of hedendaagse non-dualiteit, kan inzicht garanderen of beletten. Er bestaat geen speciale manier of methode om te ontwaken. Elk menselijk patroon is op een unieke manier samengesteld, en de wijze waarop onze weg zich ontvouwt ligt in ieder van ons besloten.
De term neo-advaita wordt meestal niet gebruikt door aanhangers van hedendaagse non-duale kringen. De term wordt vooral in de mond genomen door vertegenwoordigers van advaita vedanta om de hedendaagse non-dualiteit te onderscheiden van hun meer traditionele weg. Neo-advaita is vaak een beladen begrip dat iets minderwaardigs impliceert, een oppervlakkiger benadering, en niet zo goed als het ‘echte’ werk.
Hoe het ook genoemd wordt, vaak is er sprake van een wederzijdse schaduwprojectie tussen hedendaagse non-dualiteit en de meer traditionele non-duale benaderingen. Maar door het doorzien en terugnemen van de wederzijdse negatieve projecties kunnen beide ogenschijnlijke partijen elkaar een ‘geschenk’ geven.
Vanuit welk perspectief we ook kijken – de hedendaagse non-dualiteit of de advaita vedanta, die zijn wortels heeft in de oude geschriften en praktijken – waar het om gaat is dat het oordelende denken reageert op een waargenomen ander. In werkelijkheid is er geen ‘ander’ die losstaat van het geheel. Door de waargenomen polariteiten kunnen we een glimp opvangen van wat is, van de immer aanwezige eenheid, de onnoembare aanwezigheid waarnaar enkel verwezen kan worden.
Geen enkel pad of benadering, of het nu traditionele advaita vedanta is of hedendaagse non-dualiteit, kan inzicht garanderen of beletten. Er bestaat geen speciale manier of methode om te ontwaken. Elk menselijk patroon is op een unieke manier samengesteld, en de wijze waarop onze weg zich ontvouwt ligt in ieder van ons besloten.
Wat onze weg ook is, het helpt om te luisteren naar en te vertrouwen op onze aangeboren intelligentie, het zachte innerlijke stemmetje. Jezelf afstemmen op je aangeboren wijsheid en je laten leiden door deze innerlijke ‘hinten’ laten een helende cyclus van steeds grotere helderheid ontstaan. Als we ons afstemmen op ons innerlijk is het van vitaal belang om die innerlijke stem van aangeboren wijsheid te leren onderscheiden van het gekwetter van ons denken. Opmerken wat de gevolgen van het volgen van dit stemmetje zijn en de voortdurende feedback waarnemen helpen om ons onderscheidingsvermogen te verscherpen.
Onze eigen reactie op deze feedback kan helpen om te bepalen waar we staan. Feedback is gewoon feedback, en elk gevoel van gekwetstheid, zelfverdediging of willen reageren laat zien waar we nog vastzitten in een bepaald standpunt.
Er is een verschil tussen informatie en transformatie. Informatie verzamelen, zoals boeken, YouTube-clips, cursussen en video’s, verruimt ons wereldbeeld en verbreedt onze horizon. Alhoewel het goed is om de relativiteit te beseffen en onze zekerheden door elkaar te laten schudden, heeft het verzamelen van informatie toch maar een beperkte waarde. De werkelijke verandering begint pas als we de veronderstelde verzamelaar, de kenner en degene met een bepaald gezichtspunt, serieus gaan onderzoeken. Deze diepere zelfreflectie leidt naar transformatie – ze ondergraaft immers de referentiekaders zelf.
Hierbij kan een externe leraar helpen, en vooral behulpzaam zijn in het omgaan met blinde vlekken. In gesprekken, dialogen en feedback worden onbewuste patronen en zelfbeperkende verhalen ontmanteld. Als we een leraar zoeken is het van groot belang op onze innerlijke wijsheid te vertrouwen. Binnen elke leraar-leerlingrelatie speelt zich positieve projectie af. Deze positieve projecties helpen om aandachtig te luisteren en het vertrouwen in de leraar te vergroten.
Het ontvangen en dragen van deze positieve projecties, en er niet verstrikt in raken, vereisen een rijpheid van de leraar. Binnen zowel de advaita vedanta als non-duale kringen zijn er te veel voorbeelden van ongezonde leerling-leraarverhoudingen, waarbij leerling en leraar gevangen zijn in een onderlinge afhankelijkheid: de leerlingen blijven kinderlijk doordat ze de ouderlijke autoriteit op de leraar projecteren, en de leraren raken verstrikt in verering en de ego voedende aandacht.
Bij het kiezen van een leraar helpt het om met kritische blik naar zijn leerlingen te kijken – de vruchten van zijn werk. Een waarachtige leraar keert zich altijd tegen afhankelijkheid en weet dat het zijn taak is om de leerling naar zijn eigen innerlijke leraar te leiden.
De traditionele richtingen binnen advaita vedanta bieden een vastomlijnd pad dat steunt op geschriften, een doorgaande lijn van leraren, en inzichten die vergaard zijn door de eeuwen heen. Deze structuur en context, eigen aan advaita vedanta, bieden een goed tegenwicht aan het gevaar van ego-inflatie en het persoonlijke toe-eigenen, zoals bijvoorbeeld het interpreteren van een ontwaakervaring als bewijs voor verlichting. Want uiteindelijk zijn ervaringen maar ervaringen.
Een nadeel van veel traditionele systemen is de veronderstelling dat verlichting alleen bereikt kan worden na een lange en zware zoektocht. Sommigen geloven zelfs dat er vele levens voor nodig zijn. Een zoektocht gericht op de toekomst kan de altijd aanwezige mogelijkheid van een onmiddellijke ontwaken versluieren.
De hedendaagse non-dualiteit, met haar focus op het directe inzicht, biedt het geschenk van onmiddellijkheid. In plaats van uit te gaan van een afzonderlijk zelf dat op zoek is naar een realisatie in de toekomst, keert ze het proces om. Ze start vanuit het eindpunt. Hierdoor rust je in het ontwaakt zijn zelf en onderzoek je alles wat dit inzicht verbergt. Een grondig onderzoek is hier van het grootste belang; en dit huiswerk moet je zelf doen, want niemand anders kan jou het inzicht geven.
Alhoewel het gemakkelijk is om een conceptueel inzicht te krijgen door informatie te verzamelen, of non-duale oneliners te herhalen zoals bijvoorbeeld ‘Er bestaat geen zelf’, ‘Alles is dat’, ‘Er is niets te doen en je kunt nergens heen’, vereist het ontwaken tot waar deze uitspraken naar verwijzen een grote striktheid en focus.
In de grabbelton van non-duale aanwijzingen in de hedendaagse non-dualiteit helpt het om onderscheid te maken tussen het absolute en het relatieve. ‘Er bestaat geen zelf dat onafhankelijk is van het geheel’ verwijst naar het absolute, terwijl ‘Stop’ of Nisargadatta’s ‘Neem het niet in ontvangst’ relatieve suggesties zijn voor omgaan met de stroom van gedachten.
Onderscheid maken tussen poëtische aanwijzingen zoals ‘het ruimtelijke gewaarzijn’, dat naar het absolute verwijst, en relatieve non-duale verwijzingen zoals ‘Wie stelt de vraag?’, is een manier om te helpen naar negatieve reacties te kijken zoals die in enkele hedendaagse non-duale groepen voorkomen.
Hoewel een methode of een beoefening je op de toekomst kan richten en op een gevoel van afgescheidenheid en doenerschap, is het helemaal afwijzen daarvan binnen de non-dualiteit niet eerlijk. Het vasthouden aan ‘helemaal niets beoefenen’ is paradoxaal ook een beoefening op zich.
Een van de meest behulpzame non-duale oefeningen is het ruimtelijke onderzoek van het vermeende afgescheiden ‘ik’, zoals het met volle aandacht naar binnen kijken om te zien waar het ‘ego’, het ‘zelf’, of de bezitter van het gezichtspunt zich bevindt. Het gaat daarbij om met een laserblik naar binnen te kijken om de precieze plek van dat vermeende afzonderlijke zelf aan te wijzen.
Veel leerlingen weten op intellectueel niveau wel dat er geen apart ‘ik’ gevonden kan worden, en kijken daarom niet grondig en diep genoeg naar binnen. Maar bij een waarachtig kijken kan er sprake zijn van ‘oplossen’ en kan het conceptuele kader worden doorzien.
Zo dienen negatieve gemoedstoestanden ook als spiegels voor nader onderzoek. Wanneer er heftige emoties opkomen zoals bijvoorbeeld angst, kan het innerlijk kijken en de precieze locatie proberen aan te wijzen heel verhelderend zijn. Diepgaand onderzoek en tot de kern van de emotie gaan, waarbij je je richt op haar omvang, vorm en zelfs kleur, kunnen veranderingen teweegbrengen, aangezien het gadeslaan zelf datgene wat gadegeslagen wordt verandert. Met een hernieuwde blik en aandacht wordt de omvang van de emotie vaak kleiner en kleiner, en kan zelfs helemaal verdwijnen. Zoals een oud Engels spreekwoord zegt: “Nothing stands up to investigation.”
Uiteindelijk gaat het er niet om ergens uit te komen of antwoorden te vinden. Het einde van de zoektocht is het einde van de zoeker. Zoals Nisargadatta het verwoordde: “Je hebt het nog niet begrepen totdat je het mysterie hebt ontrafeld van degene die denkt dat hij het begrepen heeft.”
Wat betreft ons laten leiden door de traditionele advaita vedanta of door de hedendaagse non-dualiteit is er geen juiste of verkeerde weg. Elk gevoel van een reis ondernemen kan slechts achteraf beschouwd worden. In het spirituele landschap dat we hebben doorkruist is het onmogelijk om te zeggen of een bepaalde oefening, een leraar of een inzicht geholpen heeft of juist niet. Het enige wat we zeggen kunnen is dat alles wat er gebeurd is ons gebracht heeft tot hier.
Kalyani Lawry (Melbourne, Australië) heeft tientallen jaren ervaring in non-duaal counseling en transformatiewerk. Ze staat bekend om haar warmte, diepgang en effectiviteit. Midden jaren zeventig reisde Kalyani veel met haar man Peter door India en Zuidoost-Azië en waren ze in de leer bij diverse bekende leraren uit verschillende tradities. Nu bieden ze privésessies en retraites voor degenen die geïnteresseerd zijn in het beëindigen van hun zoektocht. Kalyani is auteur van Only that (in het Nederlands vertaald als Sailor Bob Adamson, leven en leer, Uitgeverij Samsara) en A sprinkling of jewels.