Ken Wilber – Verschenen in InZicht nr 4, 2018 – Leestijd is ca. 7 minuten
Voor alle spirituele systemen geldt dat ze op belangrijke punten in overeenstemming moeten worden gebracht met de moderne en postmoderne wereld om te kunnen overleven. Het alternatief is dat ze steeds meer verworden tot een domein waar alleen de kinderlijken van geest zich nog thuis voelen.
Nú is het moment voor de grote wereldreligies om serieus werk te maken van een update van hun fundamentele dogma’s, dharma’s en evangeliën, waar ze geen van alle in de afgelopen duizend jaar (of langer) nog belangrijke ideeën of praktijken aan hebben toegevoegd. Vrijwel zonder uitzondering zijn die leerstellingen tot stand gekomen in een tijd dat mannen en vrouwen letterlijk geloofden dat de aarde plat was, een tijd dat vrouwen en andere minderheden als tweederangsburgers werden beschouwd (als ze überhaupt als burgers werden beschouwd). De evolutieleer was nog niet ontwikkeld, net zomin als de meeste andere moderne wetenschappen (in die tijd zag men mystieke openbaringen nog als belangrijkste bron van kennis, wetenschappelijke experimenten speelden nog geen rol), en het was een tijd waarin nog niemand ooit had bedacht hoe multicultureel heel veel kennis in feite is.
Mijn stelling is dat de kerngedachten van de grote tradities letterlijk bewaard kunnen blijven, maar dat we ze op een nieuwe manier zullen moeten interpreteren. We zullen ze moeten inpassen in een veel inclusiever raamwerk (vaak ook een ‘integraal raamwerk’ genoemd), waarin naast die kerndoctrines ook de vele nieuwe ontdekkingen zijn opgenomen die in de afgelopen duizend jaar zijn gedaan op het gebied van spirituele ervaring, spirituele intelligentie en spirituele ontwikkeling. Het resultaat hiervan zal een spiritueel raamwerk zijn, ‘groter dan en met inbegrip van’ de centrale leerstellingen van de tradities, waarin het oude materiaal is verrijkt met een aanzienlijke hoeveelheid nieuw materiaal. Dat nieuwe materiaal sluit perfect aan op het oude en maakt het oude weer actueel voor de moderne en postmoderne wereld.
Update
Veel van de grote tradities zijn al begonnen met een dergelijke update vanuit een integrale benadering. Het christendom (zie boeken als Integral Christianity van Paul Smith, Reverent Irreverence van Tom Thresher en The Emerging Church van Bruce Sanguin, het werk in de Unity Church van Gary Simmons en het werk van Chris Dierkes, Rollie Stanich, Father Thomas Keating en vele anderen), maar ook het hindoeïsme (Dustin DiPerna, die ook belangrijk integraal werk heeft verricht voor de andere grote tradities), de islam (My Islam van Amir Ahmad), het jodendom (Radical Kabbalah van Marc Gafni), het boeddhisme (Jun Po Roshi, die samen met zijn voornaamste leerling Doshin de traditie van Eido Roshi voortzet, Diane Musho Hamilton, Patrick Sweeney, die de traditie van Chögyam Trungpa voortzet, en Traleg Rinpoche), en in boeken zoals The Coming Interspiritual Age van Kurt Johnson en David Ord. Om maar een paar voorbeelden te noemen.
De opwinding die dit soort updates veroorzaken is aanzienlijk, vooral wanneer duidelijk wordt dat daarbij het hart van een oorspronkelijke traditie volledig behouden kan blijven – en dat tevens die religieuze traditie vrijwel naadloos kan worden geïntegreerd met de moderne wetenschap. Dit is mogelijk wanneer we uitgaan van een aantal fundamentele zaken die betrekking hebben op de manier waarop spirituele ervaringen en spirituele intelligentie tot stand komen. Omdat dit zaken zijn die al aantoonbaar aanwezig zijn in de oorspronkelijke leer, is het dus ook mogelijk om hierop voort te bouwen en ze te updaten, zonder dat dit ook maar enigszins in strijd is met de essentie van de oorspronkelijke leer.
“Religieuze traditie kan naadloos worden geïntegreerd met de moderne wetenschap.”
Boeddhisme
Het boeddhisme heeft – anders dan vrijwel alle andere grote tradities – altijd opengestaan voor een voortdurende ontwikkeling en verruiming van zijn eigen leer, zoals duidelijk wordt uit het concept van de ‘Drie (of Vier) Draaien van het Wiel van Dharma (de Waarheid)’. In deze belangrijke boeddhistische leerstelling gaat men ervan uit dat er in de loop van de geschiedenis al drie (of vier) grote evolutionaire Draaien van de Boeddhadharma (Boeddhistische Waarheid) hebben plaatsgevonden. De eerste Draai begon met de historische stichter van het boeddhisme, Gautama Boeddha, en is tot op de dag van vandaag bewaard gebleven in tradities zoals de theravada-traditie.
De Tweede Draai werd rond het jaar 200 geïntroduceerd door de geniale Nagarjuna, met zijn revolutionaire concept van shunyata, ofwel de radicale Leegte ofwel de ‘onbeschrijflijkheid’ van de ultieme Werkelijkheid (waarvan niet gezegd kan worden dat die bestaat, noch dat die niet bestaat, noch dat allebei of geen van beide uitspraken waar zijn – de achterliggende bedoeling was om de geest te ontdoen van alle mogelijke concepten van de Werkelijkheid zodat men de Werkelijkheid zelf direct zou kunnen ervaren), een concept dat vervolgens de grondslag zou vormen voor bijna alle latere tradities van de mahayana (‘Groot Voertuig’) en vajrayana (‘Diamanten Voertuig’).
De Derde Draai ontstond met de halfbroers Asanga en Vasubandhu en wordt meestal de yogachara-school genoemd, of soms ook de ‘Geest-Alleen’-school (deze school ging er net als Nagarjuna van uit dat de ultieme Werkelijkheid Leegte is, maar voegde daaraan toe dat dit ook gold voor de ultieme Geest (Mind). Dit zou een belangrijke pijler worden onder de leringen van de tantra- en vajrayana-tradities, die altijd van invloed zijn gebleven op de tradities van het Tibetaans boeddhisme. Over de Draaien van het Wiel kunnen we zeggen dat men er steeds van uit is gegaan dat iedere Draai iets nieuws toevoegde aan de voorgaande, maar met behoud van het oude. Iedere Draai sloot steeds grotendeels aan bij de oorspronkelijke uitspraken van de Boeddha en voegde daar nieuwe leerstellingen aan toe.
Een nieuwe Draai
En zo is het dus in het boeddhisme geen nieuw verschijnsel dat de belangrijkste leerstellingen ingrijpend worden geüpdatet met nieuwe inzichten. Evengoed is het ondertussen 1500 jaar geleden dat de Derde Draai plaatsvond. Zelfs de grote tantrische tradities, die tot bloei kwamen in de achtste tot elfde eeuw, zijn inmiddels al bijna duizend jaar oud. De tijd is inmiddels weer meer dan rijp voor een nieuwe fundamentele aanvulling, een nieuwe Draai van het Wiel van Dharma. De afgelopen jaren zijn vele leraren tot deze conclusie gekomen; wat ik voorstel is één optie voor hoe dit zou kunnen plaatsvinden, maar wel een optie die haar nut en veelzijdigheid al heeft bewezen.
“In het boeddhisme zijn de belangrijkste leerstellingen meermaals ingrijpend geüpdatet.”
Voor alle spirituele systemen geldt dat ze op belangrijke punten in overeenstemming moeten worden gebracht met de moderne en postmoderne wereld om te kunnen overleven. (Het alternatief is dat ze steeds meer verworden tot een domein waar alleen de kinderlijken van geest zich nog thuis voelen.) De manier waarop dit voor het boeddhisme gerealiseerd kan worden, is in wezen net zo goed toepasbaar op vrijwel iedere andere religie (inclusief atheïsten en agnosten, theïsten en non-theïsten). Met enige aanpassingen zou spiritualiteit weer de centrale plek in het menselijk bestaan kunnen innemen die ze gedurende het grootste deel van onze tijd op aarde heeft gehad, ondanks het verlies aan respect dat ze gedurende de laatste paar eeuwen heeft geleden.
Uit: Integrale Wijsheid, Ken Wilber, Uitgeverij Samsara, ISBN 9789491411984
Ken Wilber
Ken Wilber (1949) is een van de meest gelezen en meest vertaalde Amerikaanse denkers van onze tijd. In zijn werk integreert Wilber een groot aantal ideeën uit de westerse psychologie en filosofie, alsmede de oosterse spiritualiteit. Dit mondt uit in zijn Integrale Theorie, die praktische toepassing vindt op uiteenlopende gebieden als duurzaamheid, psychotherapie, spiritualiteit, onderwijs, bedrijfskunde, geneeskunde, politiek, sport en kunst. In zijn boek The Religion of Tomorrow (2017) past Wilber zijn theorie toe op de grote wereldreligies, die naar zijn mening aan relevantie dreigen te verliezen. Een vertaalde introductie op dit hoofdwerk verschijnt dit najaar bij uitgeverij Samsara onder de titel Integrale wijsheid.