Dick Sinnege – Verschenen in InZicht nr 4, 2018 – Leestijd is ca. 6 minuten
Ik vind op het strand aangespoeld glas, dat gepolijst is door de verwering van de zee. Oude scherven waar de scherpe randjes van zijn afgevijld: zeeglas. Alles komt altijd weer terug, maar dan anders.
Ik heb dit jaar drie oude vrienden verloren aan de dood. Hun lichamen waren versleten. Debora en Maria zijn gecremeerd en Peter is begraven. Hoe kan ik trouw zijn aan handen die mij niet meer vasthouden, aan lichamen die ik niet meer warm tegen me aan kan drukken? Hoe kan ik in hemelsnaam trouw zijn aan as en botten? We zijn onzichtbaar licht. Geofferd op het altaar van de tijd. Gefolterd door de onvermijdelijke pijn.
Ik weet dat het nu lastig is om goed te zien. Ik moet kijken met andere ogen. Alle kleuren zijn verdwenen in de grond. Ik doe het even rustig aan, ik laat dit moment zo langzaam mogelijk door mijn vingers glijden. Op het strand van de tijd ben ik een zandloper. Er zijn zoveel dingen die ik nooit zal weten. Maar ik weet wat ik wil, ik wil het volle leven binnen laten. Het komt eraan: laat gaan, laat gaan. Ik open mijn hart en de wilde wind blaast erdoorheen. Ik kan de stilte horen. Ik wil weten en ik weet dat ik niets weet. Ik wil voelen en ik voel dat ik alles ben.
“Onzichtbaar licht zijn we.”
De zee krijgt mij op haar golflengte en mijn gedachten lossen erin op. Ik hoor de golven ruizen en in de verte het geronk van een jeep. Ik voel heel vers de pijn van het leven, de kwetsbaarheid van onze planeet, het kantelpunt waarop de mensheid zich lijkt te bevinden. Ik verwerp dit alles niet en ik hou me er ook niet aan vast. Ik ben me ervan bewust. Ik erken het, maar ik til er niet aan, ik geef het ruimte. Ik geef me gewonnen aan de zon. De zon is in iedere straal. En alles wat je ziet verschijnt in het licht van de zon.
Open mysterie
Het licht maakt alles zichtbaar. En het onzichtbare voelt als de zon in mijn hart. Dit licht kent geen grenzen, het voelt als een toestand van liefde, waarin ieder onderscheid wegsmelt. Het mooie is dat ik niet echt weet waar ik ben. Natuurlijk ken ik de naam van de plaats waar dit strand zich bevindt. Maar die informatie is futiel. Ik sta in een open mysterie. Ik keer in tot de lichte stilte. Dit is geen vlucht, het is onmiskenbaar een thuiskomst.
Ik vind weer een stukje zeeglas, een diepblauwe kleur die ik nog niet eerder zag. Iets heel moois raakt me in de schittering. Is er leven achter de hemel? Maakt het uit of ik stil sta, of ik loop of vlieg? Of is het genoeg om gewoon te zijn wie ik nu ben? Ik voel me stabiel vormloos. Ik voel een immense kracht, hoe machteloos ik me ook voel als mens. Ik weet dat het echt is en onveranderlijk. Soms ben je scherp als een kapotgevallen fles, soms ben je gepolijst als zeeglas. Soms walg je van jezelf, soms hou je van jezelf. Soms ben je geboren, soms ben je gestorven. Het leven verandert, maar wordt niet weggenomen. (N)iemand zijn we altijd. Ik kijk naar de zee, met open ogen, zoals een geliefde dat doet. En de golven en de meeuwen kijken liefdevol terug. Ja, de zon, de aarde, de hemel en ik, we zien elkaar, zoals geliefden dat doen.
Dick Sinnege
Dick Sinnige (1956) verenigt de weg van de overgave, zoals de soefi’s die kennen, met het heldere inzicht van advaita vedanta. In de versmelting van hart en verstand valt het onderscheid weg: God is aanwezig in ieder stofje en alles staat in het teken van bewustzijn. Op Facebook deelt hij dit besef op speelse wijze. Dick geeft satsang in Amsterdam en door het hele land, op festivals als OpenUP en Ooh La La.