Mystiek gestamel
– Jan van den Oever
Mystiek gestamel
– Jan van den Oever, Verschenen in InZicht nr 4. 2021 – Leestijd is ca. 8 minuten
Die aandacht van motiefloos schouwen is in het begin heel moeilijk, later steeds minder. Iedereen, elke mysticus, vrouw of man, die uit de mystieke ervaring spreekt, van welke richting dan ook, is tegen die laatste deur opgelopen. De mystieke ervaring die niet meer gezocht werd openbaarde zich in die stilte. Als een dief in de nacht.
‘S preken over mystiek is een stameling van woorden.’ Zo probeerde mijn goede vriend, de Vlaamse mysticus Erik van Ruysbeek, de mystieke ervaring te omschrijven. Wie kan dat beter dan Erik wanneer hij zegt:
‘Ik ben het oog dat zichzelve ziet. Het weten dat zichzelve weet. Het alwetende voorbij het weten. Ik ben de wenk die het al doet wenken. De zelfgekoesterde die uit zichzelve is. Ik ben het meer van licht van de eerste en de laatste dag. Het niets zonder grond van het al zonder plaats. Daarom ben ik een schaduw zonder naam, een nar zonder vrees, een wijze zonder raad, en door de wereld die mij tegemoet komt loop ik onbewogen gedragen door haar evenwicht.’
Een stameling van woorden die tegelijkertijd een zinderende waarheid vertolken. Als je daar geen kippenvel van krijgt!
“Vertrouwd raken met het motiefloze schouwen”
Alle mystici van welke richting of religieus stelsel dan ook hebben geprobeerd uit te leggen wat de mystieke ervaring inhoudt en vooral wat de bedding is voor dat alles. Stamelend hebben ze geprobeerd uit te leggen dat het kalme stille gewaarzijn, het motiefloos schouwen, een voorwaarde is voor dat waar de mens op zoek naar waarheid uit zal komen wanneer beeld, vorm, naam en tijd hun uitdrukking en kracht verloren hebben.
En dit is waar de zoeker naar waarheid tegen een enorm probleem aanloopt. Aangezien het denken motief geconditioneerd is en altijd naar iets concreets op zoek is, blijkt het heel moeilijk de drempel te overschrijden van passievolle interesse naar kalm, aandachtig motiefloos schouwen. Simpelweg tijd vrijmaken om met dit motiefloze schouwen vertrouwd te raken. Tijd en aandacht voor het dagelijks leven, tijd en aandacht voor het stille gewaarzijn. En omdat dat kalme gewaarzijn indruist tegen onze geconditioneerde aandacht voor alle motiefvolle prikkels die ons bestaan vullen, is dit ons essentiële probleem.
En vergis je niet, iedereen loopt tegen dit probleem op. Of je nu bakker, ambtenaar, vakkenvuller, wetenschapper of politicus bent. Men is eerder geneigd om allerlei oefeningen te doen in de vorm van lezingen, of workshops en religieuze of spirituele bijeenkomsten te bezoeken en daar passievol al zijn energie en aandacht aan te geven, dan de stille kalme uitnodiging aan te gaan van het motiefloze schouwen.
Het is de bottelnek waar men tegen oploopt. De laatste deur. Je hebt achter die deur niets meer aan je religieuze en spirituele tradities, niets aan je leermeesters, helemaal niets meer te vragen. Je bent alleen, nog onwetend all-een.
De aandacht voor dit gegeven is in de maatschappij helaas niet aan de orde. De positieve invloed van de mystici wordt vaak schromelijk overschat. Wat zien we in de praktijk? Onbenullige devotie, starre dogma’s. Nietszeggend, met de diepgang van een placemat.
De positieve invloed van Jezus of Boeddha? Zeer gering! Al hun invloed lag en ligt in de onwetendheid van de verschillende religies. Ja, die georganiseerde onwetendheid heeft haar invloed wel gehad lijkt me. Daarin is niets terug te vinden van de essentiële overdracht. De ideologische en religieuze oorlogen zijn nog schering en inslag. Kijk alleen hoe de mens omgaat met dieren, voor de dieren is leven in lijden nog altijd realiteit.
Misschien zullen we ons moeten ontdoen van de romantische sfeer die nog altijd rond woorden als mystiek, mystici, religie, god en ziel hangt. Het vraagt om een volwassen kijk in een tijd van klimaatproblemen, de groeiende kloof tussen arm en rijk, ongelijkwaardige behandeling van mannen en vrouwen enz. Het doorzien van ego, ziel, god is geen kwestie meer van spiritueel hobbyisme, maar van bittere noodzaak. Ook de wetenschap stelt dit aan de orde. Nu de wetenschapper zelf nog! Het ego met al zijn uitwassen staat de wetenschap, politiek, geesteswetenschap, ja al onze menselijke verhoudingen en geestelijke volwassenheid in de weg. Voor je het weet zitten we met een kolonie op mars met dezelfde volwassenheid als hier op aarde. Tel uit je winst!
De uitnodiging om het motiefloos schouwen te integreren is geen uitnodiging tot een nieuwe ideologie, maar een ont-dekking waarin het conceptloze zijn ervaren wordt als totale beschikbaarheid, een bron van tijdloos, grenzeloos bewustzijn. Alleen uit die bewuste verstilling zal de mens de heelheid, dat all-één zijn, kunnen ervaren.
Zelden is iemand in staat die wegloze weg naar niemandsland te gaan. En ik begrijp het dilemma, het is geen onwil, je bent niet schuldig. Het heeft mij ook hoofdbrekens gekost. Alle antwoorden gehad, geen vragen meer en toch verzette zich iets in mij om echt tijd vrij te maken voor dat stille gewaarzijn. Uiteindelijk had ik geen andere keus. Ik maakte er tijd voor, gewoon praktisch. Ik had mijn geliefden, mijn werk, mijn vaste lasten, alles vroeg aandacht en ondertussen ging mijn hart open voor dat kalme tijdloze schouwen.
Om het maar eens met oude woorden uit te drukken: het bestaan werd in onbevlektheid ontvangen. En mijn hemel, soms was het echt tobben.
Die aandacht is in het begin heel moeilijk, later steeds minder. Iedereen, elke mysticus, vrouw of man, die uit de mystieke ervaring spreekt, van welke richting dan ook, is tegen die laatste deur opgelopen. De mystieke ervaring die niet meer gezocht werd openbaarde zich in die stilte. Als een dief in de nacht. Dit is wat de mystici bindt, er is niets te winnen, er is niets te verliezen. Niets hebben is alles zijn. Aan ongrond kan niets worden toegevoegd en er kan niets van afgenomen worden.
Mystieke realisatie is het verdwijnen van mystieke realisatie als bijzonderheid. Het is onze alledaagse waarheid ook als we deze niet opmerken! Misschien zou er meer aandacht voor het stille motiefloze schouwen kunnen zijn. Bijvoorbeeld in de politiek, de Tweede Kamer, wetenschap, universiteit, school, werk en kerk. Er is alleen een lichtvoetige vasthoudendheid en een zekere bescheidenheid voor nodig.
Met dank aan Ronald Hartsuiker
Jan van den Oever (Katwijk aan Zee, 1949) woont in Leiden en is gehuwd en vader van twee zonen. Als kind van de zee, het strand en de duinen werd hij in zijn jeugd gegrepen door de mystieke ervaring. Volwassen geworden bleef hij verlangen naar die momenten van eenheid. Na jaren van zoeken en meditatie werd in de eenvoud van het bestaan zijn wezen gerealiseerd. Onafgebroken heeft hij in de afgelopen 21 jaar hier-over gesproken. Informatie www.janvandenoever.com