Rupert Spira
Mezelf zijn
- Uitgeverij Samsara, 2022
- Boekbespreking door Frans Hasselaar
Wie wel eens een satsang met Rupert Spira heeft bijgewoond weet dat hij zijn woorden zorgvuldig kiest. En ook in dit boek is zijn boodschap weloverwogen en helder verwoord. Het draait hier om het onderscheid tussen bewustzijn en de inhoud ervan, dat meerdere malen wordt herhaald en vanuit verschillende invalshoeken wordt benaderd. Aanvankelijk is het een uitleg, maar gaandeweg een liefdesbetuiging aan het Alomtegenwoordige, dat zichzelf in ons openbaart als het gevoel onszelf te zijn.
Het boek is systematisch van opbouw, de eerste hoofdstukken leggen het verschil uit tussen dat wat wij in het diepst van ons wezen zijn en dat wat wij ervaren. Dit verschil wordt eerst letterlijk uiteengezet en daarna invoelbaar gemaakt door het in metaforen te verpakken. De blauwe lucht is geen onderdeel van de hemel zoals de wolken, maar is de hemel zelf. En de acteur is niet diens rol, maar de mens die hem speelt.
Bij het maken van dit onderscheid is het gevoel onszelf te zijn het grote houvast. Spira beschrijft twee fasen, de via negativa (waarin we beseffen dat we geen van de objecten in onze waarneming zijn) en de daaropvolgende via positiva (waarin alle indrukken juist worden herkend als een manifestatie van ons zelf). De meditatieve instructie die daarbij wordt aangereikt is simpel: het is voldoende te blijven bij het gevoel zichzelf te zijn, de rest wordt door het Zelf gedaan.
Hoewel het boek nauwelijks moeilijke woorden bevat, dwingt de diepzinnigheid de lezer vaak om even pas op de plaats te maken om een alinea goed te laten doordringen. Eveneens bevorderlijk voor het begrip is dat de hoofdstukken kort zijn en de tekst vaak door een witregel wordt onderbroken.
Een boek dat ondanks (en dankzij) zijn beknoptheid inspireert en instrueert. Daarbij heeft het een geschikt formaat om in een jaszak te worden gestopt en op verloren momenten (letterlijke en figuurlijke) nog even te worden geraadpleegd.
Frans Hasselaar