Mieke Berger – Verschenen in InZicht nr 3. 2019 – Leestijd is ca. 8 minuten
Jij noemt je ‘ik’, en ik noem me ‘ik’. Volgens de logica kan ik en jij niet dezelfde zijn. Ik sta tegenover jou en jij staat tegenover mij (ik). En toch noemen we ons allemaal ‘ik’. Ik moet zich op twee niveaus afspelen.
Iedereen is ‘ik’ of ‘je’, ‘ich’, ‘I’, ‘yo’ en in welke andere taal je dat maar kunt uitdrukken. Jij noemt je ‘ik’, en ik noem me ‘ik’. Volgens de logica kan ik en jij niet dezelfde zijn. Ik sta tegenover jou en jij staat tegenover mij (ik). En toch noemen we ons allemaal ‘ik’. Ik moet zich op twee niveaus afspelen. Ik als individu (ik ben ‘ik’ en niet jij) dat zich onderscheidt van andere individuen, en het ‘IK’ (Ik ben). Dat ‘Ik Ben’ is het besef dat we zijn en bestaan. Dat besef delen we met ieder ander ‘ik’. De ik-individuen zijn het product van Ik-Ben en zorgen ervoor dat de wereld van contrasten zich ontvouwt. Contrasten, verschillen, kortom onderscheid, is een noodzakelijke voorwaarde voor het tot leven brengen van manifestatie (de wereld), het waarnemen ervan en het erover oordelen. Oordelen zorgt ervoor dat we ergens van genieten of walgen, iets fijn vinden of juist niet. Oordelen en vergelijken betekent ook dat ‘ik’ beter kan zijn dan ‘jij’ of andersom. Het is de basis van competitie, dat zowel groot leed als grote vooruitgang bewerkstelligt in de wereld.
Het spel
Wat is die wereld eigenlijk? Die bestaat uit niets anders dan niet stoffelijke representaties (vormen) van wat onze zintuigen ons voorschotelen en waaraan wij namen toekennen. Dat is een proces dat zich in de geest/mind afspeelt. De wereld verschijnt aan ons als een immateriële voorstelling in de mind. Als we bijvoorbeeld naar ons eigen lichaam kijken, zien we een object dat we ‘ik’ noemen. Dat object is dus een vorm (benen, armen etc.) met een naam (ik); we denken ons lichaam te zijn. Maar dat ‘ik’ is dus een gedachte, het startpunt van waaruit we ons in de wereld wanen. Dit ‘ik’ heeft als belangrijk kenmerk dat het wil overleven, het wil gehoord worden, het gaat de strijd aan, het wil winnen, succesvoller zijn, welvarender of intellectueler dan alle ‘jij’s’ die zich ook als ‘ik’ in dezelfde wereld wanen. Op voorhand: dat is niet slecht of goed, het is zoals de wereld in elkaar steekt. Allemaal willen we pijn uit de weggaan en het geluk opzoeken. We ervaren soms genot, maar ook pijn, verdriet, angst. We worden niet gezien of herkend: kortom we lijden. We willen daaraan ontsnappen en moeten dus in actie komen. Die actie die eruit volgt is wat Schopenhauer ‘Wirkung’ zou noemen. Neutrale energie komt in actie als een verleidelijk spel van kracht en tegenkracht. En geef toe: dat spel is heel aantrekkelijk. Daar zijn we als het ware aan verslaafd. Casino’s weten het al heel lang: je moet je klant af en toe laten winnen om hem de illusie te geven dat hij een keer het casino kan verslaan, terwijl iedereen weet dat uiteindelijk alleen het casino de winnaar is. Zolang we de illusie hebben dat we in de wereld kunnen winnen, houden we het spel in stand. In India zou men zeggen dat is Samsara.
Woordeloos
Maar niet iedereen is of blijft verslaafd. Er komt een moment waarop we het spel door beginnen te krijgen en ons gaan afvragen, wie het nu is die aan het spel mee doet? Wie ben ik dat ik dat doe? Wie is dat ‘ik’? En hier staan we op het kruispunt, een splitsing tussen wat waarneemt (IK) en het ‘ikje’ wat waargenomen wordt in de manifestatie. Verwarrend is dat we beiden aanduiden met ‘ik’. Het eerste is eigenlijk het woordeloos besef dat we ‘zijn’, dat we bestaan. Daar heb je niemand voor nodig om die absolute waarheid te erkennen. Communicatie vereist woorden (labels) om wat niet in woorden uit te drukken valt, over te dragen. Daarom duiden we dat woordeloze besef van ‘Zijn’ aan met het label ‘Ik Ben’. Of noem het bewustzijn. Dat bewustzijn is wat zich uitdrukt met behulp van de niet-stoffelijke mind en dat als het ware de hele manifestatie met alle individuen doet ontstaan. “Ik Ben’ is beseffen dat we zijn, ‘ikjes’ zijn de identificatie met namen en vormen. ‘Ik Ben’ is absoluut waar zoals we gezien hebben, ‘ik ben Maxima’ is bewustzijn dat zich (abusievelijk) heeft geïdentificeerd met een ‘ikje’. Een ‘ikje’ kan zich in veel gedaantes hullen. ‘Ik’ betekent dan een individu dat zich al naar gelang men ernaar kijkt als vrouw, manager, vrijwilligster, vriendin, echtgenote, moeder, koningin enz. kan voor doen. ‘Ik Ben’ is absoluut Waar, ‘ik ben Maxima’ is relatief waar, dus feitelijk absoluut onwaar.
Besef
Het besef te zijn valt niet te kennen. We kennen het, we weten dat het is maar we weten niet wat het is. Het ‘Ik Ben’ besef zou je, als concept, kunnen beschouwen als het kantelpunt waarop Bewustzijn (in rust) dat we niet kunnen kennen omdat het niet door zintuigen te vatten is, zich omzet in Bewustzijn in beweging. Door die beweging van het besef te zijn, ‘Ik Ben’, verschijnt de totale manifestatie, de wereld met alle ‘ikjes’. Inderdaad de manifestatie verschijnt in ‘Ik Ben’, het is schijn, Maya.
Het ligt in de rede te willen weten wie of wat dat ‘Ik Ben’, dat besef te zijn, nu eigenlijk is.
“Er is niet zoiets als mijn ‘Ik Ben’ of jouw ‘Ik Ben’ “
Dat kan niet in woorden worden vervat. Er kan enkel naar verwezen worden. Het is in elk geval ‘iets’ dat we met elkaar gemeen hebben. Er is niet zoiets als mijn ‘Ik Ben’ of jouw ‘Ik Ben’. Er is alleen woordeloos ‘Ik Ben’ (eenheid) waarin schijnbare ‘ikjes’ (verscheidenheid) verschijnen. Als de identificatie met een lichaam, een individu, een object wegvalt, houdt de betovering op dat we een ‘ikje’ zijn. We zien dan in dat we onmogelijk het ‘ikje’ kunnen zijn. Maar belangrijker wellicht is dat we ook inzien dat alle andere ‘ikjes’ slechts betoveringen zijn. Ze lijken echt maar dat zijn ze niet. Al die ‘ikjes’ zijn niet meer of minder enkel het ‘besef te zijn’. Voor besef bestaat geen meervoudsvorm. Dat kan ook niet want er is maar een enkel besef van Zijn. Als we op die manier naar alle ‘ikjes’ kijken, begrijpen we dat manifestatie een onpersoonlijk proces is dat zich omwille van verscheidenheid bedient van schijnbare individuen, die zich allemaal ‘ik’ noemen. Inderdaad schijnbare, illusoire individuen die wezenlijk alleen door en in Bewustzijn als projectie tot leven zijn gebracht.
‘Ik ben Piet’ is een vernauwing en een begrijpelijke maar verkeerde oriëntatie op wie we zijn. Die oriëntatie is gericht op de wereld, op de manifestatie, op schijn die ons betovert. Willen we een antwoord krijgen op wie we zijn, dan moeten we deze oriëntatie 180 graden omdraaien. Niet kijken naar de schijn van verscheidenheid, maar ons oriënteren op eenheid als besef van zijn. In dat besef vinden we het stiltepunt van waaruit de schijnbare wereld zich als voorbijgaande wolken aan ons toont.
“Het antwoord op het waarom is dat er geen antwoord bestaat”
Het waarom
De vraag die zich uiteindelijk opdringt is: waarom wil Bewustzijn zich middels “ik Ben’ vernauwen tot ‘Ik ben Piet’? Het antwoord is dat daarop geen antwoord bestaat. Dat is het mysterie. Wie wil het weten? Dat is altijd het illusoire ‘ikje’ dat zijn ware aard tracht te doorgronden. Hoe kan een illusoir, d.w.z. niet bestaand object die vraag stellen? Anders gezegd: Wie ik ten onrechte denk te zijn, wil weten waarom die illusie er is. De waarom vraag betekent niets anders dan inzicht krijgen in de oorzaak/gevolg keten, in causaliteit. Maar causaliteit behoort bij de schijnbare, bewegelijke manifestatie van kracht en tegenkracht. Binnen die illusie kun je je domweg geen voorstelling maken van wat daarbuiten ligt. Wat absoluut is, kent geen beweging, want beweging houdt verandering in en zodra iets verandert, is het niet meer absoluut. De waarom vraag stellen betekent wezenlijk dat we nog niet inzien wat we zijn: absoluut Bewustzijn.
Overgave
Hoe nu aan de betovering een einde te maken? Hoe tot dit inzicht te komen, niet als concept maar als levende waarheid? Sri Nisargadatta Maharaj geeft de instructie je permanent te herinneren dat je niet het object in de manifestatie bent, maar dat je het besef van Zijn bent (Ik Ben), zonder woorden, plaatjes, beeld of projecties, waarin de manifestatie inclusief jij als ‘ikje’ figureert. Andere simpel instructie is jezelf telkens eraan herinneren dat je niet je lichaam (object in de manifestatie) bent. Blijf vanuit het stiltepunt kijken en weet dat je alles wat gezien wordt niet kunt zijn. Dat is overgave aan Zijn. Zijn is wat uitstijgt aan wat in Bewustzijn verschijnt, het is onmiddellijk en komt zonder oorzaak voort uit Zichzelf. Dat ben Ik.
Mieke Berger
Wolter Keers heeft Mieke Berger op het pad gebracht van Sri Nisargadatta Maharaj, die zij na de eerste introductie veelvuldig heeft bezocht. Advaita Vedanta is het leidend uitgangspunt in werk en leven van Mieke. Al meer dan 50 jaar concentreert haar werk zich op begeleiding bij zingevingsvragen en het bevorderen van existentieel welzijn.
Mieke werkt o.a. in Costa Rica en Zuid-oost Azië. Jaarlijks komt ze naar Europa voor kuur- en begeleidingsweken. Van tijd tot tijd geeft zij seminars met als onderwerp verscheidenheid in non-dualiteit als weg naar vrijheid. Info: www.jinshinhealing.com