Joan Tollifson – Verschenen in InZicht nr 4. 2019 – Leestijd is ca. 4 minuten
Verhalen kunnen functioneren zowel om het leven te vermijden als om een diepe en intieme verbintenis met het leven aan te gaan. Verbeelding is een machtige en creatieve kracht en net zo echt als de zogenaamde ‘materiële realiteit’, welke in zichzelf misschien niets meer is dan een droomachtige verbeelding van bewustzijn. Ik hou van films, van toneelstukken, tv-shows, romans, roddels – en ik ontdek dat alle verhalen de mijne zijn, want in dit holistische universum bevat ieder van ons het geheel. De beste verhalen openen je geest en hart. Ze onderhouden je en laten je genieten. Ze schudden je los uit je gezapigheid. Ze onthullen nieuwe diepten, inzichten en mogelijkheden.
Natuurlijk creëren sommige verhalen – degene die geconditioneerd zijn en die zich telkens herhalen in ons hoofd – een illusie van gevangenschap en afscheiding zoals “Ik ben een loser, ik heb mijn leven geruïneerd, ik kom er nooit” of “Jij bent een loser, jij had dat niet mogen doen, jij hebt mijn leven geruïneerd”. Dat zijn de verhalen die we beginnen op te merken door meditatie of psychotherapie, en die we kunnen onderzoeken door het werk van Byron Katie, of door het soort meditatief onderzoek dat Tony Packer voorstelt, of door het werken met zenkoans, of op een massa andere manieren.
Ik hou van verhalen die ons leiden naar plaatsen waar we nog nooit geweest zijn, verhalen die ons wakker maken, die ons uitnodigen om iets nieuws te zien of om dieper te zien. Ik hou er ook van om wakker te worden uit verhalen. Ik hou van stilte en kalmte. Ik hou van de afwezigheid van verhalen. Net als een kind hou ik ervan om bellen te blazen en ze dan door te prikken, om zandkastelen te bouwen en ze dan te verwoesten, naar de bioscoop te gaan en me totaal te verliezen in een verhaal en dan er weer uit te komen.
Sommige van deze teksten komen uit het manuscript van mijn aanstaande boek Death: The End of Self-Improvement, dat vele verhalen bevat. In mijn schrijven hou ik ervan om heen en weer te gaan tussen het persoonlijke en het onpersoonlijke, het relatieve en het absolute – en te ontdekken dat ze uiteindelijk geen twee zijn. In de spirituele wereld hebben verhalen een slechte naam. We worden verondersteld het persoonlijke te transcenderen en te verrijzen als een soort van gedachte- en verhalenvrije Kosmische Zuiverheid. En dat soort Kosmische Zuiverheid is geweldig, maar terwijl we dit ene dierbare leven hebben, waarom niet ook genieten van de fascinerende film van het wakkere leven waarin we de hoofdrol blijken te spelen?
Het vertellen van verhalen schijnt een deel te zijn van onze menselijke natuur. En onze menselijke natuur is eigenlijk iets dat het hele universum – of God als je dat liever hebt, of Bewustzijn – doet. En ook dat is natuurlijk een verhaal.