- Golf en oceaan – Een inleiding tot non-dualiteit
- Jan Kersschot
- Uitgeverij AnkhHermes
- ISBN 9789020216028
- Boekbespreking door Han van den Boogaard
Het nieuwe boek van Jan Kersschot, dat eerder in het Engels uitkwam onder de titel The Myth of Self-Enquiry, bestaat uit een korte inleiding over non-dualiteit en een reeks dialogen die werden samengesteld uit privégesprekken, interviews en groepsbijeenkomsten. Het belangrijkste thema dat Kersschot behandelt is de centrale positie die het ego in ons leven inneemt. “Het is,” schrijft hij in de inleiding, “alsof we naar een film in de bioscoop kijken en meer aandacht hebben voor de voice-over – de commentator die uitleg geeft bij het verhaal van de hoofdrolspeler – dan voor de beelden zelf.” Het ego is altijd ontevreden met wat er verschijnt en kan daardoor functioneren als een parasiet die ons leven verziekt.
Maar zoals de auteur terecht aangeeft is dat maar een deel van het verhaal, want identificatie met naam en vorm (en dus ego) komt ons in onze sociale interactie wel degelijk goed van pas, zoals ook iemand als Ramana Maharshi vaak benadrukte. Maar dat wil niet zeggen dat het ego ook daadwerkelijk bestaat. Het is en blijft een fictie, een zich herhalende gewoontegedachte, zegt Kersschot in de dialogen. Wat belangrijk is, is om te begrijpen dat we niet worden aangestuurd door het ego, maar door ons geloof in het ego. Dat blijkt voor de meeste vragenstellers een harde noot om te kraken, want door hun vragen heen klinkt toch telkens weer hun geloof in de realiteit van het ego en zijn veronderstelde daadkracht. De belangrijkste wedervraag van de auteur aan hen is misschien dan ook wel: zoek je bevrijding voor het ik of van het ik?
Kersschot poogt gelukkig ook aan te geven wat we dan wel zijn. Hij noemt het ‘het Zijn’ en beschrijft het als een ruimtelijkheid zonder eigenschappen en grenzen. Ernaar zoeken heeft geen zin, zoals hij in een mooie metafoor duidelijk maakt: “Welke techniek moet suiker toepassen om zoet te worden? En zal hij ooit zijn eigen zoetheid kunnen proeven? Er zal nooit een dag komen dat suiker kan zeggen: ‘Eindelijk heb ik mijn zoetheid ontdekt.’”
De ondertitel geeft terecht aan dat het hier om een inleiding tot non-dualiteit gaat. De vragen die in de dialogen worden gesteld laten zien hoezeer veel zoekers vast lijken te zitten in het moeras van de persoonlijke identiteit. Maar zoals het verhaal van Tashi en Sonam voorafgaand aan de dialogen zo mooi duidelijk maakt, is het vastzitten aan ego en gebondenheid niet meer dan een gedachtespinsel.
Han van den Boogaard