Geschapen voor de bevrijding
– Marjan Möller
Geschapen voor de bevrijding
– Marjan Möller
verschenen in InZicht nr 2. 2023 – Leestijd is ca. 13 minuten
“Alles versmelt in de bhaga (geslachtsorganen) van het vrouwelijke, de enkelvoudige gelukzalige uitgestrektheid van Ruimte, die niet op enige definitieve manier aanwezig is, en niet in woorden kan worden omschreven” ~ Lonchempa
Hallo lezend wezen,
Wonderful yogini, practitioner of the secret teachings! (=dzogchen)
The basis for realizing liberation is a human body.
Male or female – no great difference.
But if she develops the mind bent on liberation,
the woman’s body is better. (1)
Padmasambhava (2)
Terwijl ik dit schrijf, schijnt de februarizon voorzichtig door wolkenflarden en laat het steeds veranderende licht de weelderige bloemen van de toverhazelaar uitbundig stralen.
Terwijl mijn ogen zich aan dit schouwspel laven, vraag ik me echt niet af of dit struikwezen mannelijk of vrouwelijk is. Ik geniet gewoon van de kleuren, de levendigheid en steeds veranderende vormen, alsof er een dans wordt opgevoerd in mijn bewustzijn.
Afgelopen week maakte ik een wandeling over de Veluwezoom, waar ik omringd werd door naakte wintertakken. De woordloze aanwezigheid van boomwezens heeft altijd een geruststellend effect op mij, zodat mijn bewustzijn, omhelsd door hun kalmte, zich weldadig kan uitstrekken als op een zacht bed van mos. Maar zodra er in dat veld van kleurvormen iets verschijnt dat feller is dan de omgeving en sneller beweegt dan de bomen, verschuift er van alles. De signaalfunctie van mijn bewustzijn floept aan, en er ontstaat een inkadering en benoeming. Het is direct duidelijk dat die kleurvorm een mens is, en vervolgens: waar gaat ‘dat’ naartoe? Van me af of naar me toe? Hoe groot is het? En: is het een man, een vrouw of kind? Zo ontstaan verleden en toekomst.
Ik wil je een vraag stellen.
Zoals je hier nu zit, hoe weet je dat je een man of een vrouw bent?
Neem de tijd en observeer wat in jou ‘aan de slag’ gaat om het antwoord te vinden.
Want je kunt in dit tijdschrift weliswaar lezen dat het Absolute, het Bewustzijn, of Helder Gewaarzijn geen geslacht kent omdat het voorbij vorm is en geen kenmerken bezit, maar….. als je gewoon op het relatieve niveau blijft?
Waar vind je je antwoorden? Vind je die in je denken, bijvoorbeeld in herinneringen of in vergelijkingen met je andere gezinsleden of vrienden/vriendinnen? Vind je ze in je lijf, zoals het voelen van een strakke band om je middenrif, wat soms gewoon spanning is en soms de druk van een bh-bandje. Komen je antwoorden uit je eigen ervaring of zijn ze uitsluitend gebaseerd op culturele, maatschappelijke en sociale parameters, en zijn daarmee deel van je geschiedenis?
Elk woord dat we in onze prille jeugd horen is ook een sfeerdrager en onderdeel van een groepscultuur. Daarom is het Tibetaans een mooi voorbeeld van genderneutrale taal – elk zelfstandig naamwoord is zowel mannelijk als vrouwelijk – en zelfs van een procestaal. Wij zeggen: ‘Ik lees een boek’, waarbij het boek ondergeschikt is aan het ik dat het leest, zonder ‘ik’ geen boek, en zij zeggen: ‘Er is lezen tussen het boek en mij.’ Dat lijkt een klein verschil maar het is een metaverschuiving in je bewustzijn.
Terug naar jou. Op het moment dat je meer contact maakt met je lichaam, terwijl je hier zit met dit tijdschrift in je handen, ademt en je handen voelt die het papier vasthouden, is je ademstroom dan vrouwelijk of mannelijk? Klopt je hart als een bepaald gender? Is er in je zintuigen, het kijken, horen, proeven, ruiken, tasten iets van geslacht te vinden? Of zijn dit processen die in zichzelf puur en woordloos zijn… tot de benoeming zich ervan meester maakt?
Als we de zintuiglijke processen beter observeren en het onderscheid proberen waar te nemen tussen bijvoorbeeld het woordloze zien dat puur is en het benoemen in het denkbewustzijn dat altijd tijd kost en een andere sfeer is, zien we hoe verschillend die twee zijn. Dan wordt duidelijk dat het denken meer benauwend is en afgesplitst van de wereld om je heen terwijl de zintuigen openingen zijn naar ruimte. De ruimte om je heen, boven je en onder je. En op het fysieke vlak is dat onontkoombaar duidelijk! Alle zintuigen zijn gaten, heb je dat zo weleens bekeken? Ons grootste zintuig, de huid, het zintuig van de tast, is letterlijk een gatenkaas! Ontelbare poriën die allemaal ontvankelijk zijn voor de ruimte die naadloos van buiten naar binnen en vice versa stroomt.
Binnen de hartessentie van dzogchen (dzogchen Nyingthig) (3) wordt veel gewerkt met het onderscheid tussen het pure zintuiglijke gewaarzijn en de mentale matrix die ogenschijnlijk de zintuigen inpakt. Dat onderscheid kan zich alleen maar ontvouwen binnen het directe ervaren, anders zou het een denkbeeld zijn en blijft het binnen de kaders van het denkbewustzijn.
“De bevrijding begint in je bekken, niet in je brein”
Zodra er op de Veluwezoom een benoeming uit het pakhuisbewustzijn omhoogkomt en ik die benoeming aanneem en vervolgens vastgrijp – tot zover zou ik nog elk moment terug kunnen naar het puur ervaren – is de beslissendste stap dat ik hem belangrijk maak. Dan ben ik onmiddellijk mijlenver verwijderd van het directe ervaren en krijgt de benoeming haar eigen momentum, het wordt een wereld die ik als De Werkelijkheid beschouw. En indirect maak ik mijn ik belangrijk, en de energie die ik hierin stop gaat niet meer naar de ruimte van het kijken.
Om te gaan herkennen hoe en wanneer je de zintuiglijke ervaring verlaat en die inruilt voor de wereld van benoemingen, vergelijkingen, commentaar en het aan jezelf vertellen wat je ziet (wat een merkwaardig fenomeen is want je ziet het al!) heb je meer ruimte in jezelf nodig. Die ruimte en helderheid liggen besloten in het zintuiglijk en gevoelsmatig ervaren.
Dus de vraag wordt dan: wat is voelen?
Ik ben benieuwd hoe het jou vergaat, maar meestal komen er eerst antwoorden die meer te maken hebben met de inhoud van het voelen. Je voelt je ‘verdrietig’, ‘onbestemd’, je hebt het warm, je voelt een knorrende maag enzovoort. Maar dat is niet het voelen zelf! Wat is dat?
Het eerste beslaat het terrein van de woorden, gevoelens en de emoties, die weer een samenstelling zijn van verschillende sensaties. Een sensatie kan bijvoorbeeld zijn een tinteling, prikkeling, stromen, druk, hitte enzovoort. Het tweede is in het domein van het altijd veranderend, ruimtelijk en woordloos ervaren dat is! Het dichtst zou voelen gevoeld kunnen worden als een heel intieme ruimtelijke, woordloze, pure ontvankelijkheid. Als dimensie ligt dit voelen eigenlijk heel dicht bij wat in het Tibetaans boeddhisme gewaarzijn genoemd wordt, ook wel rigpa (helder gewaarzijn) vanwege de intrinsieke helderheid ervan.
De vrouwelijke belichaming
De potentie van de vrouwelijke belichaming is onder andere gelegen in haar innerlijke vorm. Ze is via haar baarmoeder de drager en doorgever van het leven. Omdat dit de ruimtelijkheid is waarin en waaruit alles ontstaat, beschikt zij over meer innerlijke ruimte en subtiele energiestromen die van nature open zijn. Het geslachtsorgaan ligt naar binnen en is open en ontvankelijk. Hierdoor ontstaan specifieke energetische stromen, die vanuit het bekken naar de kruin kunnen stromen waardoor de ruimte, helderheid en veranderlijkheid binnen de hele schedel zich gemakkelijker kunnen onthullen. De sfeer van het verhalende denkbewustzijn kan hierdoor sneller worden herkend en onderscheiden van het woordloze ervaren, waardoor je je gedachten eventueel ook kunt stoppen. De bevrijding begint in je bekken, niet in je brein!
De vrouwelijke belichaming heeft bovendien van nature meer contact met voelen en daarmee met wat we het innerlijke lichaam of energielichaam noemen. Haar bewustzijn is meer ontvankelijk door de cycli waaraan haar belichaming is onderworpen, zoals menstruatie, hormonale veranderingen en menopauze.
Nonnen van een nonnenklooster in Tatsang, Tibet, 1903
“Door de cycli waaraan haar belichaming is onderworpen is haar bewustzijn meer ontvankelijk”
Daardoor schiet ze van het ene op het andere moment in een totaal andere lichaamservaring, die dikwijls met pijn en ongemak gepaard gaat. Het aangaan van de pijn en het je hieraan overgeven opent een stroom van ervaren die zijn volle rijkdom pas onthult als er binnen het ervaren geen mentale of gevoelsmatige scheiding wordt aangebracht zoals de scheiding tussen oké en niet oké (succes en mislukking, beter en slechter), waarbij alles gericht is op de toekomst.
De uitdaging (uitnodiging) voor haar is om te ontspannen binnen de sensaties die, als je ze vastgrijpt, zich tonen als pijn, verkrampingen, hittegolven, emoties en stemmingen, maar op het moment dat je daarin ontspant en je eraan overgeeft zich kunnen ontvouwen als een innerlijke ruimte die zowel peilloos diep is als naar ‘buiten’ oneindig weids. Waarin de verschillende sensaties voortdurend veranderen, ongrijpbaar zijn, over elkaar heen buitelen en zo een dans opvoeren. Ze worden nergens ‘iets’. En zelfs als er een moment van vastgrijpen ontstaat, belemmert dat niet de stroom van ervaren. Als je je ervan gewaar blijft tenminste.
‘Alles versmelt in de bhaga (geslachtsorganen) van het vrouwelijke, de enkelvoudige gelukzalige uitgestrektheid van Ruimte, die niet op enige definitieve manier aanwezig is, en niet in woorden kan worden omschreven’. (4 en 5) Samantabhadra, de spiegel van het ontwaakte bewustzijn.
Noten:
Marjan Möller begon rond haar vijfentwintigste met zen, totdat ze haar eerste leraar Alexander Smit (advaita vedanta) ontmoette en in hem haar eigen essentie herkende. De belichaming van die essentie heeft zich verdiept en verfijnd dankzij het samenleven en lesgeven met haar partner Robert Hartzema (Tibetaans boeddhisme). Sinds 2005 publiceerde ze zo’n 20 boeken over boeddhistische psychologie en dzogchen. Daarnaast gaf ze dzogchengroepen voor vrouwen en Tibetaanse yoga voor iedereen. Ze is coach/counselor/lichaamsgericht therapeut en vortexhealer, en was trainer/supervisor op een psychosociale opleiding. Momenteel staat haar leven in het teken van het samenzijn met Robert en het afscheid nemen van hem in zijn stoffelijke vorm. Info: www.karnak.nl