Filosofie en ervaring van verlichting
- Franklin Merrell-Wolff
- Uitgeverij Samsara
- Vertaling: Justus Kramer Schippers
- ISBN 978 94 92995575
- Boekbespreking door Hans Laurentius
N aar het schijnt vroeg Alexander Smit 25 jaar geleden al om een vertaling van dit serieuze en enorm rijke boek waarin Merrell-Wolff (1887-1985) een veelheid van observaties noteerde aangaande het proces van ontwaken en de implicaties en effecten ervan. Met zijn achtergrond als wiskundige en filosoof blijkt hij een getraind waarnemer en geschoold denker. Als we de paar restanten van spiritueel populaire, dualistische noties als reïncarnatie, woorden als ‘het goddelijke’ en de gedachte dat ‘als iedereen ontwaken zou, dan…’ terzijde leggen, hebben we hier te maken met een diepgaand boek over ontwaken en de impact ervan.
Fraai beschreven is bijvoorbeeld het belang van het ‘focussen op de Leegte’ (die enkel leeg lijkt vanuit het persoonlijke bewustzijn bezien, maar in wezen Absolute Volheid is), ‘de voortschrijdende ontkenning van elke identiteit met vorm’, en dat de ‘uiteindelijke Herkenning’ is: “Ik heb geen vorm, noch ben Ik vormloos.” Merrell-Wolff ziet in bepaalde zin de Leegte als het ‘Ding an sich’ van Kant; deze Vol-Ledigheid “draagt de kosmos, die er een projectie van is”. Hij zegt ook hoe bepaalde omstandigheden of mensen storend of juist helpend zijn om ‘de Stroom’ gaande te houden, én dat het optreden van wat hij ‘Hoger Bewustzijn’ noemt (bij de ontwaakte) “deels spontaan is en deels onder controle van de juiste soort wil” staat, wat klopt.
Veelal zal de pril ontwaakte of ontwakende overweldigd worden door de schoonheid van het manifeste (‘Kosmisch Bewustzijn’-perspectief) – hetgeen echter vaak allerlei naïeve ideeën en bijeffecten genereert; men raakt nogal meegesleept in de ‘ervaringen’. Anderen raken gebiologeerd door ‘de Lege Volheid’. Mijn ervaring is dat er bij de pril ontwaakte vaak sprake is van een doorslaan naar de ene of de andere ‘kant’. Idealiter versmelt en kalmeert dit gedoe zich gaandeweg in wat ik noem Compleetheid, van waaruit het vaak aandoenlijk is een pas ontwaakte te horen praten of te lezen wat deze zoal beweert en beleeft. Franklin beseft gelukkig wel dat er zoiets als ‘doorwerking’ bestaat.
Conclusie: dit boek is, lijkt me, zeer waardevol – authentiek én goed vertaald.
Hans Laurentius