Julian Noyce – Verschenen in InZicht nr 1.2019 – Leestijd is ca. 6 minuten
Wanneer ik een lijst van de meest invloedrijke non-duale leraren van de 20e eeuw zou krijgen, verwacht ik daarop de gebruikelijke exotische namen uit de advaita vedanta- traditie. Alan Watts komt er waarschijnlijk niet op voor. Ik vraag me af waarom dat zo is.
Zelf ben ik altijd onder de indruk geweest van Watts’ vermogen om de essentie van de oosterse leer te distilleren. Met zijn helderheid en onopgesmukte directheid overtreft hij vaak de grote hedendaagse of historische non-duale leerstellingen. Maar wat bedoelen we eigenlijk als we spreken van non-dualiteit? De non-duale beweging (om het zo maar te noemen) in haar meest functionele en authentieke vorm biedt ons een diep inzicht in de fundamentele vraag wat het betekent om in leven te zijn. De kernboodschap is onmiddellijk, experimenteel en tijdloos. Ze berust niet op een naïef geloof en vraagt ons niet om de rituelen van een andere cultuur te adopteren. Ze is intelligent maar niet intellectueel. Watts belichaamde deze kwaliteiten en voegde er een gevoel van kwajongenshumor aan toe. Alhoewel hij het ongeluk had zijn tijd vooruit te zijn, spiegelden zijn persoonlijke onderzoek en het afpellen van zijn eigen conditionering de culturele verschuivingen die plaatsvonden in de 20e eeuw.
In 1932
Wat was er verder beschikbaar in dit genre in 1932, toen zijn eerste boek gepubliceerd werd, en hoe verschilde dat van Watts’ benadering? Neem de oude oriëntalisten die over het ‘mysterieuze’ Oosten schreven (Edwin Arnold, Edward Fitzgerald); zij hielden zich afzijdig van hun onderwerp met een soort antropologische afstandelijke houding. Een andere prominente vergaarbak van oosterse leerstellingen was de complexe esoterie van Alice Bailey, Madam Blavatsky en de theosofiescholen. Misschien was Watts erdoor gefascineerd, maar je vindt in zijn boeken weinig invloed uit deze richting terug. Zelfs Christmas Humphreys, een vroege mentor van Watts die het boeddhisme in het Westen populariseerde, schreef in een heel andere stijl dan zijn jonge bewonderaar. Ondanks al zijn goede bedoelingen schreef Humphreys met een wetenschappelijke nauwkeurigheid die te intellectueel en te ver verwijderd was van het normale dagelijks leven om toegankelijk te zijn voor de gewone man of vrouw. De vraag was hoe de oosterse spiritualiteit te presenteren aan een voornamelijk christelijke samenleving. Het bleek niet gemakkelijk om de religies van het Oosten te integreren in een christelijke cultuur. Niet gemakkelijk omdat het Oosten de persoonlijke ervaring boven gehoorzaamheid aan de geschriften stelde en omdat de doctrine dat Christus de enige ware verlosser was (met de implicatie dat andere religies naar hel en verdoemenis zouden leiden) omzeild moest worden .
Achtergrond angst
Als we de 1950’s en 1960’s bekijken vinden we parallellen met onze eigen tijd. Het leven werd comfortabeler – de vooruitgang van de wetenschap gaf ons meer vrije tijd en materiële voordelen, en het idee dat het leven verdragen moest worden met een stoïcijnse en morele rechtschapenheid verminderde. Maar tegelijkertijd met deze schijnbare vooruitgang verscheen een angst op de achtergrond, in de vorm van de dreiging van een nucleaire holocaust. Daarnaast ging het afnemende geloof in religie gepaard met het verlies van zin en betekenis, waaraan alleen kortstondig ontsnapt kon worden door drugs die de moderne geneeskunde verschafte. Het was deze angst waar Watts naar verwees en in deze tijd worden we geconfronteerd met de momentele rampen: de ecologische destructie, de kunstmatige intelligentie (AI) en de toenemende verdeeldheid in de maatschappij die veroorzaakt wordt door het ongereguleerde kapitalisme.
Relevant
Voor mij is het duidelijk dat Watts’ werk vandaag even fris en relevant is als toen hij in de vroege 1930’s begon te schrijven. Hij heeft dezelfde helderheid als veel leraren uit het Oosten die we graag idealiseren of aan wie we refereren. In deze tijd hebben we een schat aan leerstellingen beschikbaar – een overweldigende hoeveelheid. Al wordt Watts soms over het hoofd gezien, hij is er altijd met zijn karakteristieke helderheid en zijn instinct voor de essentiële waarheid. Dit is precies hetzelfde als wat de huidige non-duale beweging in haar beste vorm aan een serieuze zoeker te bieden heeft. Dus, in plaats van uit te kijken naar de volgende bijeenkomst of het volgende ‘nieuwe’ boek te kopen, waarom niet eens een exemplaar van The Book on the Taboo of The Wisdom of Insecurity van je boekenplank halen? Een avond in het gezelschap van Watts’ tijdloze wijsheid stelt je nooit teleur.
Julian Noyce
Julian Noyce woont op het platteland in Wiltshire, Engeland, met zijn vrouw en tien geadopteerde honden. Vanaf zijn twintigste is hij geïnteresseerd in advaita vedanta, en in het bijzonder in de hedendaagse uitdrukking daarvan. Hij was de eigenaar en oprichter van Non-Duality Press, evenals de net opgerichte uitgeverij New Sarum Press, die als doelstelling heeft auteurs te publiceren die schrijven over tijdloze filosofie en de helende kunsten.