Vraag en antwoord met: Jean Klein – Verschenen in InZicht nr 4, 2017 – Leestijd is ca. 8 minuten
Naarmate je meer vertrouwd raakt met leven zonder spanning, zul je de meest subtiele samentrekkingen gaan voelen. Hetzelfde geldt voor gedachten. Als je heel alert en gevoelig bent, kun je die trilling voelen voordat zij de hersens bereikt en geconcretiseerd wordt.
Ik ben bang voor het niets waarmee ik zal worden geconfronteerd als de persoonlijkheid sterft.
Je bent eraan gewend als afgescheiden deeltje te leven. Wanneer je zelfbeeld sterft, leef je in volledigheid. De volheid waarin je dan leeft kan nooit worden geobjectiveerd, omdat er dan geen handelende persoon meer is die deze gedachte zou kunnen hebben. Zij kan alleen worden geleefd. Je moet jezelf vertrouwd maken met sterven. Het is een nieuw gevoel, een gevoel zonder gevoel. Je stelt je de dood van de ik-voorstelling voor als een afwezigheid, maar het is alleen het ego dat spreekt, om zelf te overleven. Stap uit de vicieuze cirkel, het beperkte wereldje waarin het ego leeft. De dood van het onveilige ego verschaft je volledige veiligheid. Dus dat wat onveiligheid is, gezien vanuit het standpunt van het relatieve ‘ikje’, is absolute veiligheid vanuit het standpunt van je totale wezen. Er zijn mensen die leven in een tragische situatie, maar die dat prefereren boven helemaal geen situatie, omdat er in dat geval geen houvast meer voor het ego is. V: Is elke vorm van angst gebaseerd op een fragmentarische blik? A: Ja, omdat een fragment geïsoleerd is. Het is afgescheiden van de totaliteit. Dit afgescheiden zijn roept angst en bezorgdheid op. Angst en degene die angst heeft zijn een en geen twee.
“Angst is gefixeerde energie die je vrij moet maken.”
Gefixeerde energie
Hoe moet ik met angst omgaan op het moment dat hij opkomt?
Wees je ervan bewust dat angst niet iets is om angstig van te worden. Het woord ‘angst’ heeft kracht. Zodra je het uitspreekt, veroorzaakt het neurochemische veranderingen. Houd je je dus niet langer bezig met het begrip ‘angst’, dan heb je alleen nog te maken met de waarneming, het gevoel. Wanneer je aan iets een naam geeft, keer je je af van hoe het is in zijn naaktheid en bedek je het met al de kledingstukken van het geheugen. In de praktijk zul je ontdekken dat als je je richt op voelen, de angst ergens in je lichaam gelokaliseerd is. Je zult hem ervaren als spanning, als samentrekking. Zodra je de spanning hebt gelokaliseerd, moet je je aandacht daar weer van afhalen, want anders bestaat het gevaar dat je je op die spanning fixeert. Ga weg, vlucht niet in mentale activiteit, maar verplaats je aandacht naar het gebied rondom de spanning, dat vrij en ontspannen is. Verplaats je aandacht helemaal naar het gezonde gebied eromheen en laat de lichtheid ervan het gespannen gebied infiltreren. Wat jij angst noemt is niets anders dan gefixeerde energie. Je moet die energie weer vrijmaken.
Bestaat er ook een angstgevoel dat veroorzaakt wordt door het instinct om biologisch te overleven?
Wanneer je in gevaar bent, zorgt het lichaam voor zichzelf en komt al in actie voordat je denkt. Het kan zijn dat automatisch bloed uit de huid wordt teruggetrokken om de spieren en hersens te voeden, dat het hart sneller gaat kloppen om de bloedsomloop te versnellen en de zuurstofvoorziening te vergroten, dat adrenaline in de bloedbaan wordt gebracht, enzovoort. Het lichaam is dan evenwel actief zonder dat daar een regelaar aan te pas komt.
Later zou je kunnen zeggen: ‘Ik ben in gevaar’ en dan voel je ook angst, maar het lichaam voelt geen angst, er is slechts actie. Angst is een psychologische reactie, die gebaseerd is op het geheugen. Psychologisch overleven is een illusie. Maak onderscheid tussen biologische en psychologische activiteit.
Zonder conclusies
Geldt dit ook voor woede, jaloezie, haat, enzovoort?
Dat zijn allemaal begrippen. Wanneer je het principe eenmaal hebt begrepen, kun je het transponeren naar alle dimensies van het leven. Wanneer je woede voelt, moet je daar geen oordeel over vellen en het ook niet benoemen. Maak het een object dat je waarneemt zonder dat je verstand er zich mee bemoeit. Het is mogelijk dat er gedachten opkomen en weer weggaan, maar als je ze geen houvast geeft, worden er ook geen conclusies getrokken. Als je blijft waarnemen zonder conclusies te trekken, zul je bemerken dat er ruimte ontstaat tussen jou en dat wat je woede noemt. Deze ruimte is geen psychologisch gevoel, maar een onvervalste globale lichaamservaring. Hoe meer je geïnteresseerd raakt in de werkelijke woede, hoe objectiever de woede wordt. Het is dan meer een waarneming waar je getuige van bent dan een emotie waar je in bent verdronken. Je zult dan zien dat het slechts gefixeerde energie is die geen van de eigenschappen heeft van wat het denken ‘woede’ noemt.
Hoe zit het met emoties die plotseling opkomen zonder dat je ze onder controle hebt?
Zodra de crisis voorbij is, moet je weer tot jezelf, tot rust komen. Richt je aandacht opnieuw op de situatie en laat deze in je objectieve aandacht herleven. Het is belangrijk dat je je, na iedere handeling, niet beschouwt als degene die de handeling verrichtte. Zeg liever: ‘Er werd dit of dat gedaan.’ Het innemen van deze waarnemerspositie is een manier om te leren, een ezelsbruggetje. Het is een hulpmiddel, een methode om de gewoonte je te vereenzelvigen met gedachten en handelingen te doorbreken; je schept een ruimtelijke relatie. In feite bestaat er helemaal geen waarnemer, want in werkelijkheid is er niet zoiets als geheugen of herinneren. Wat jij het verleden noemt, is een gedachte in het heden. Gedachten spelen zich altijd af in het nu, in de bewuste tegenwoordigheid. Wanneer het idee een iemand te zijn verdwijnt, dan vervalt tevens de behoefte aan een waarnemer.
De kans van de je leven
Is het mogelijk volledig vrij te zijn van spanningen?
Wanneer je je gewaarwordingen niet langer in begrippen omzet, zul je gevoeliger worden voor samentrekkingen op het moment dat ze optreden, voordat je ze benoemt. Naarmate je meer vertrouwd raakt met leven zonder spanning, zul je de meest subtiele samentrekkingen gaan voelen. Hetzelfde geldt voor gedachten. Aan een gedachte gaat een trilling vooraf. Als je heel alert en gevoelig bent, dan kun je de trilling voelen voordat zij de hersens bereikt en geconcretiseerd wordt. Wanneer je in vrijheid leeft, zullen er toch nog spanningen opkomen, namelijk als je biologisch overleven op het spel staat, maar dit zal dan geen aanleiding vormen voor compensatiegedrag. De spanning wordt dan geen deel van een reactieketen. Zij wordt gevoeld, maar niet gefixeerd. Wanneer spanning een deel is van je totaliteit, heeft zij een andere vorm.
Ik voel me altijd ongelooflijk eenzaam en ik houd mijn relaties alleen aan omdat het beter is dan niets.
Wie is eenzaam? Geef niet te snel antwoord. Wie is eenzaam? V: Ikzelf. A: Bestaat dit ‘ikzelf’ als je er niet aan denkt? Zolang je denkt dat je een iemand bent, zul je je geïsoleerd voelen. Het enige verschil tussen jou en anderen is dat zij opgaan in activiteiten en in de mensen om hen heen, terwijl jij opgaat in het feit dat je geen mensen om je heen hebt. In beide gevallen vindt identificatie met een object plaats; het is precies hetzelfde. De volgende keer dat je je eenzaam voelt, vraag jezelf dan af: wie is eenzaam? Zoek deze ‘wie’: je zult hem nooit vinden. Wanneer je een gemis voelt is dat een geschenk van God. Het is de kans van je leven. Misschien ervaar je dit niet zo, maar als je nooit een gevoel van gemis zou hebben, zou je nooit tot zelfonderzoek gebracht worden.
Ware leegte
Ik voel me belast door een schuldgevoel dat me terneerdrukt.
Zolang je gelooft in het zelfbeeld is er sprake van schuld. Zie in dat dit zelfbeeld niets anders is dan een projectie in tijd en ruimte. Jij bent de film niet; jij bent het licht dat je in staat stelt de film te zien. Bevrijd jezelf van de gedachte dat jij de film bent. De film is slechts een deel van het geheel, en een deel kan alleen een deel zien. Daarom betekent het strijd. Zolang je niet het geheel leeft, is er strijd. Leef in leegte, vrij van projecties, en je zult vervuld worden. Zolang je objectiveert is het niet mogelijk een vervuld leven te hebben. Het is prachtig om in het niets te leven, om niets te zijn. Leven in leegte betekent dat je er geen voorstellingen, geen vaste standpunten meer op na houdt en dat je zelfs vrij bent van de gedachte ‘niets’. Ik raad je aan de preek van Meester Eckhart “Gezegend zijn de armen” te lezen, die, veel mooier dan ik ooit zou kunnen zeggen, beschrijft wat ware leegte, ware armoede is.
Jean Klein
Jean Klein studeerde geneeskunde en muziek in Berlijn en Wenen. Na enkele jaren yoga en advaita gestudeerd te hebben onder leiding van een leraar uit de kashmirtraditie, Pandit Veeraraghavachar, werd de waarheid van de non-dualiteit een permanente, levende werkelijkheid voor hem. Later volgde hij verder onderricht bij meerdere leraren in Kashmir. Vanaf 1960 gaf hij onderricht, eerst voornamelijk in Europa, later ook in de Verenigde Staten. Zijn onderricht, voornamelijk gegeven in de vorm van vraag en antwoord, behoort
tot de ‘directe weg’. Hij legde sterk de nadruk op het energetische aspect van het Ene en deed in dat kader ook lichaamswerk in groepsverband. Hij overleed in 1998 in de Verenigde Staten.