Jan Koehoorn – Verschenen in InZicht nr 2. 2019 – Leestijd is ca. 5 minuten
Iedereen neemt verschijnselen waar, ook mensen die het raadsel “wie ben ik?” opgelost hebben. De wereld der tegenstellingen noemen we in advaita dualiteit. Deze tegenstellingen hoeven helemaal geen probleem te zijn, maar voor veel mensen zijn ze dat wél. Dat heeft te maken met het construeren van verbanden tussen de verschijnselen die er eigenlijk niet zijn.
Een voorbeeld, om het wat duidelijker te maken. Neem het concept: “Jan is kwaad.” In zo’n constructie wordt er een verbinding gelegd tussen het denkbeeld “Jan” en het gevoel “kwaad”. Jan is kwaad, Jan heeft dus een bepaald gevoel, is de bezitter van dat gevoel, zou je kunnen zeggen. We gaan dan voorbij aan het gegeven dat Jan gezien wordt, en dat het gevoel gezien wordt, en dat precies datgene, het waarnemen, het enige gemeenschappelijke aan beide verschijnselen is. Het denkbeeld “Jan” op zichzelf vormt geen enkel probleem, en het gevoel “kwaad” ook niet. Pas zodra we die eigenaar-bezit relatie verzinnen, kan er conflict ontstaan. Want dan krijg je natuurlijk die hele wereld van conditioneringen en projecties er gratis bij. Van een aantal gevoelens hebben we namelijk geleerd, dat die ongewenst zijn, dus bij dat type gevoelens komt bijna altijd dat hele aangeleerde verhaal om de hoek kijken.
Veel mensen gaan hiermee aan de slag, om te kijken of ze van die conditioneringen af kunnen komen, of om te proberen ze om te buigen of te veranderen. Maar juist door te proberen er vanaf te komen, maak je die projecties veel belangrijker dan ze eigenlijk zijn. What you resist, persists.
Je zult mij op satsang dan ook nooit horen vertellen dat je van bepaalde gewoontes of gevoelens af moet zien te komen. Het is veel interessanter om te kijken hoe dat trucje werkt, van verbindingen verzinnen die er niet zijn. Als je goed kijkt, zie je dat de volgorde eigenlijk altijd hetzelfde is: een gevoel komt op, het denk-etiket dat bij het gevoel hoort komt er achteraan, dan de koppeling tussen de eigenaar van het gevoel en het gevoel zelf, en daarna het één of andere verhaal, over wat er met dat gevoel zou moeten gebeuren.
We zijn geneigd om de koppeling tussen persoon en gevoel als centrum te ervaren. We geloven dat die verzonnen verbinding het zwaartepunt is van waaruit we handelen. En dat is een groot misverstand. Want de enige verbinding is waarnemen zélf. Wie dit doorheeft, trapt niet meer in dat misverstand, in het trucje. Gevoelens en gedachten hebben geen eigenaar, ze worden gezien in wat we werkelijk zijn: Beschikbaarheid, Waarnemendheid, Kennendheid.
“We zijn geneigd om de koppeling tussen persoon en gevoel als centrum te ervaren.”
Dus als je weer eens bij jezelf denkt: “Ik liet me weer helemaal meeslepen, ik heb het advaitaverhaal blijkbaar nog niet helder”, kijk dan nog eens goed. Hoe kan het, dat je kunt navertellen dat je meegesleept werd? Omdat je de hele tijd Waarnemer was. Voor dat verhaal waren twee dingen nodig: een persoon die meegesleept wordt en een gevoel waardoor je meegesleept werd. Maar in werkelijkheid werd je niet meegesleept en was het een ervaring die je later glashelder kunt navertellen omdat je moeiteloos getuige was. Voor heel veel dingen heb je er twee nodig, maar voor Waarnemendheid niet.
Je zou dus bij elke situatie waar je er twee voor nodig hebt jezelf kunnen afvragen: “Is dat inderdaad de Essentie, of zat ik gewoon naar gevoelens en denkbeelden te kijken?” It takes two to tango.
Belangrijk: advaita is niet tégen gevoel, denken, of wat voor dualiteiten dan ook. Dualiteit verschijnt, dualiteit ís er. Maar het is niet de kern van je wezen. Dat is Bewustzijn. Elk moment is een kans om dit te zien, diepgaand te onderzoeken. Het is niet ingewikkeld – je vraagt je eenvoudig af: “Zijn er twee voor nodig?” Als het antwoord bevestigend is, dan kun je nog wat dieper gaan en dan kom je onmiddellijk en moeiteloos bij Waarnemendheid, Kennendheid uit.